Component
Hydrauliekcilinders Visuele controle
Werking
Beschadigingen
Lekkages
Bevestigingen
Vervuiling
8.1
Veiligheidsaanwijzingen voor het
onderhoud
Voor elk onderhoud de hoofdschakelaar van de be-
sturing uitschakelen en beveiligen tegen herinschake-
len.
Monteer de onderhoudssteun (zie hoofdstuk 4.6.2 -
Plaatsen van de onderhoudssteun).
Tijdens elk onderhoud moet een bord met het op-
schrift "Onderhoudswerkzaamheden" worden aange-
bracht.
Verwijderde beschermende afdekkingen na het on-
derhoud weer aanbrengen.
Controleer na de werkzaamheden alle schroefverbin-
dingen op goed vastzitten en ze indien nodig natrek-
ken.
8.2
Algemene toestand
•
Proefdraaien en alle bedrijfsfuncties testen:
– Heffen
– Uitklappen van de klaplip
– Dalen
– Zweefstand
– Terug bewegen naar de rustpositie
– Nooduit-functie via hoofschakelaar
•
Controleerde opties, voor zover aanwezig:
– Automatische terugkeer naar de rustpositie
– Vergrendeling deur/brug (sensor) of
veiligheidswielblok
– Waarschuwingsinstallatie (visueel/akoestisch)
•
Een visuele controle uitvoeren op:
– Mechanische beschadigingen, roestvorming
en toestand van de lasconstructie
– Verontreinigingen en olievlekken in het
gedeelte onder de laadbrug en, indien
aanwezig, verwijderen.
•
Zorg dat geen rommel, stenen, etc. de werking
van de scharnieren hinderen.
•
Zorg voor voldoende slipvastheid, door het
laadbrugplatform schoon en droog te houden.
•
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen of
strooizout! Corrosiegevaar!
•
De straal van een hogedrukreiniger niet op de
besturing, de hydrauliek en alle elektrische
verbindingen richten!
Deze montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding moet tijdens de gehele gebruiksduur worden bewaard!
Activiteit
Interval
Jaarlijks
Functiecontrole
Dagelijks,
jaarlijks
Visuele controle
Jaarlijks
Visuele controle
Dagelijks,
jaarlijks
Visuele controle
Jaarlijks
Visuele controle
Dagelijks,
jaarlijks
Personeel
Deskundige/bevoegde persoon
Bediener, hydrauliekmonteur
Hydrauliekmonteur
Bediener, hydrauliekmonteur
Hydrauliekmonteur
Bediener, hydrauliekmonteur
Bij het constateren van schade, moet de laadbrug
door een deskundige/bevoegde persoon worden ge-
controleerd en mag hij tot het beëindigen van de re-
paratiemaatregelen niet worden gebruikt.
8.3
Borden/stickers
Controleer de borden/stickers op volledigheid, lees-
baarheid en toestand volgens hoofdstuk 3.3 en
hoofdstuk 3.4. Indien nodig moeten stickers/type-
plaatje worden vervangen.
8.4
Constructie
Een visuele controle van de gehele staalconstructie
uitvoeren op:
•
Mechanische beschadigingen van de lasnaden
•
Volledigheid en stevig vastzitten van de
borgelementen en schroefverbindingen
•
Vervormingen en corrosie
•
Toestand van de aansluiting op de inbouwlocatie
De volgende controles van toestand en werking uit-
voeren:
•
Toestand van de slipremmende laag van de
berijdbare vlakken
•
Toestand van de antslip-/dempingscoating
(optioneel) van het laadbrugplatform
•
Beschermplaten
•
Onderhoudssteun
•
Schroefverbindingen en borgsplitpennen van de
hydrauliekcilinders
•
Borgsplitpennen bij dwarsbuis
•
Alle bewegende onderdelen op gangbaarheid
Indien nodig, de constructie laten controleren door
een deskundige/een bevoegde persoon.
Zie ook
hoofdstuk
8.9
NL - 105