TM
Frontier
2000-centrifuges
de hand, hetzij in een heteluchtkast (max. temperatuur +50 °C).
Het is noodzakelijk om geanodiseerde aluminium onderdelen regelmatig met anticorrosie-olie in te
smeren om hun levensduur te verlengen en de neiging tot corrosie te verminderen.
Als gevolg van vochtigheid of niet hermetisch afgesloten monsters kan er condensvorming
optreden. Het condensaat moet regelmatig met een zachte doek uit de rotorkamer worden
verwijderd.
De onderhoudsprocedure moet om de 10 tot 15 runs herhaald worden, of minstens
eenmaal per week.
Sluit het apparaat pas aan op de stroomvoorziening nadat het apparaat volledig droog is.
Voer geen ontsmetting uit met UV-, beta- en gammastralen of andere hoogenergetische stralingen.
Metalen rotoren kunnen ook worden geautoclaveerd.
Rotordeksel en adapters kunnen ook worden geautoclaveerd (max. 121 °C, 20 min).
De buizenrekken zijn gemaakt van PP en kunnen niet op 134 °C worden geautoclaveerd.
4.1.2 Schoonmaken en ontsmetten van het apparaat
Open het deksel voordat u het apparaat uitschakelt. Koppel hem los van de stroomvoorziening.
1.
Open de rotormoer door de rotorsleutel linksom te draaien.
2.
Verwijder de rotor.
3.
Gebruik voor het schoonmaken en ontsmetten van het apparaat en de rotorkamer het hierboven
4.
vermelde reinigingsmiddel.
Maak alle toegankelijke delen van het apparaat en de toebehoren, inclusief het netsnoer, schoon
5.
met een vochtige doek.
6.
Was de rubberen dichtingen en de rotorkamer grondig met water.
Wrijf de droge rubberen dichtingen in met glycerol of talk om te voorkomen dat ze broos worden.
7.
Andere onderdelen van het apparaat, bijvoorbeeld het dekselslot, de motoras en de rotor mogen
niet worden ingevet.
Droog de motoras af met een zachte, droge en pluisvrije doek.
8.
Controleer het apparaat en de accessoires op beschadigingen.
9.
Zorg ervoor dat de centrifuge van het apparaat is uitgeschakeld en haal de stekker uit het stopcontact.
Verwijder vervolgens aangekleefd stof uit de ventilatiesleuven van de centrifuge met behulp van een
zachte borstel. Doe dit minstens om de zes maanden.
WAARSCHUWING
Gevaar voor elektrische schokken. Koppel het apparaat los van de stroomvoorziening
voordat u het schoonmaakt. Zorg ervoor dat er geen vloeistof in de apparatuur komt.
4.1.3 Schoonmaken en ontsmetten van het apparaat
1.
Maak de rotoren, de rotordeksels en de adapters schoon en ontsmet ze met het bovengenoemde
reinigingsmiddel.
2.
Gebruik een flessenborstel om de rotorboringen schoon te maken en te ontsmetten.
3.
Spoel de rotoren, het rotordeksel en de adapter af met zuiver water. Vooral de boringen van
hoekrotoren.
4.
Let de rotoren en de toebehoren op een handdoek om ze te drogen. Plaats de hoekrotoren met de
boringen naar beneden.
5.
Droog de rotorkegel af met een zachte, droge en pluisvrije doek en kijk of er beschadigingen zijn. Vet de
rotorkegel niet in.
4.1.4 Ontsmetting van aluminium rotoren
Als er besmettelijk materiaal in de centrifuge wordt gemorst, moeten de rotor en de rotorkamer
onmiddellijk na de run worden ontsmet. De rotoren mogen worden geautoclaveerd bij een
maximumtemperatuur van 121 °C.
:
NL-7