3. BEDIENING
Ventielbesturing instellen [ afb. O1 ]:
Volautomatische besturing:
v Keuzehendel
q
op „AUTO / OFF" zetten.
Programmagestuurde waterdoorstroming naar de
besproeiingsinstallatie na programmering door
besproeiingsbesturing.
4. OPBERGEN
Buitenbedrijfstelling / Overwinteren:
Die beregeningsventielen zijn voor buitenshuis
bestemd en slechts beperkt vorstbestendig. Een
absolute vorstbeveiliging bereikt u door de ventielen
te demonteren voordat de vorst invalt. Een alterna-
tieve mogelijkheid is het buisleidingsysteem leeg
te maken voor en achter het beregeningsventiel.
Buisleidingsysteem VOOR het ventiel leeg-
maken [ afb. O1 ]:
1. Waterkraan sluiten en verbindingsslang
tussen waterkraan en GARDENA aansluitdoos
art. 2722 losmaken.
Zo kan er lucht in stromen en de toevoer via het
in de aansluitdoos ingebouwde ontwateringven-
tiel leeggemaakt worden. Een vereiste is dat
1278-20.960.05.indb 29
1278-20.960.05.indb 29
Een automatisch geopend ventiel kan niet hand-
matig gesloten worden.
Handmatige besturing:
q
op „ON" zetten. Permanente
v Keuzehendel
van de programmering onafhankelijke waterdoor-
stroom.
de aansluitdoos dieper dan het beregeningsven-
tiel is ingebouwd.
2. Bij directe aansluiting van de besproeiingsinstal-
latie aan het huiswaternet de watertoevoer uitzet-
ten en aftapkraan in het huiswaternet openzetten.
3. De keuzehendels
q
van alle ventielen op stand
„ON" zetten.
4. Bij gebruik van de GARDENA ventielbox V3 de
geïntegreerde ontwateringsdop openen.
Buisleidingsysteem ACHTER het ventiel leeg-
maken:
Vereiste: het ontwateringventiel is dieper of even
diep als het beregeningsventiel ingebouwd.
29
30.08.21 09:56
30.08.21 09:56