Informatie over het voorbeeld
Het succesverkaal van de zogenaamde „"Jacquemins""
als bijna eerste, Franse „"eenheidslocomotief"" van de in
1938 opgerichte SNCF begon met de serie BB-9200, die in de
jaren 1957-1964 met in totaal 92 exemplaren bij Creusot-
Loire, Jeumont-Schneider en CEM werd aangekocht. Ze
waren uitgerust met vier gelijkstroommotoren van het
type GLM 931 B van Alsthom en een elektrische besturing
van het type JH (= Jeumont Heidmann) met nokkenschake-
ling. Ze reed op nieuw ontwikkelde draaistellen van het
type "Jacquemin", die bijzonder stil liepen en weinig
trillingen ondervonden, ook wanneer hogere aanzetkrachten
werden gepresteerd. De overbrenging cardan-scharniero-
plegging via holle as en het systeem met lage tractiestangen
van het draaistel via trekstangen, dat het draaimoment van
de motoren over meerdere aandrijfpunten in het locomotief-
frame verdeelde, waren nieuw. Voor de uiterlijke vormge-
ving van de „"Jacquemins"" was de bekende SNCF-desi-
gner Paul Arzens verantwoordelijk, die de kenmerkende,
aan de voorkant afgeronde locomotiefbehuizing met zijn
speelse toepassingen zoals schijnwerpers en typisch logo
vooraan ontwierp.
Vanuit Parijs dienden de BB-9200 vooral in het snelle
reizigersverkeer van Zuid-West-Frankrijk. Maar naast de
dienst voor de prestigieuze „"Mistrals"" tussen Parijs en
Marseille kon men deze machines ook voor 1.800 ton zware
goederentreinen aan het werk zien.
Vanaf 2003 begon de ster van de locomotief drastisch te
tanen en in september 2011 verliet het laatste exemplaar de
dienst.
4