nl
NEDERLANDS
zaagketting of het zwaard bij het aanbrengen van
de tweede kerfsnede voorkomen.
Valzaagsnede maken:
De valzaagsnede (B) minimaal 50 mm boven de
horizontale kerfsnede aanbrengen, zie afbeelding.
De valzaagsnede parallel aan de horizontale
kerfsnede maken. De valzaagsnede slechts zo diep
inzagen dat er nog een brug (breukvlak) (C) blijft
staan, die als scharnier kan werken. De brug
voorkomt dat de boom draait en in de verkeerde
richting valt. Zaag de brug niet door. Breedte van de
brug (C): 50 mm.
Wanneer de valzaagsnede in de buurt van de brug
komt, zou de boom moeten beginnen te vallen.
Wanneer blijkt dat de boom niet in de gewenste
richting valt of naar achteren neigt en de
zaagketting vastklemt, de valzaagsnede
onderbreken en wiggen van hout, kunststof of
aluminium gebruiken om de snede te openen en de
boom op de gewenste vallijn te brengen.
Wanneer de boom begint te vallen de kettingzaag
uit de snede verwijderen, uitschakelen, neerleggen
en het gevarengebied via de geplande vluchtroute
verlaten. Op vallende takken letten en niet
struikelen.
Opnieuw spannen van de zaagketting
Bij het werken met de kettingzaag rekt de
zaagketting als gevolg van de warmte uit. Deze
hangt dan door en kan uit de groef van het zwaard
springen.
De kettingspanning (zoals aangegeven in
hoofdstuk 6.1) controleren en de zaagketting zo
nodig naspannen.
Wanneer de zaagketting wordt nagespannen terwijl
hij warm is, dient hij na afloop van het zagen beslist
te worden ontspannen. Anders kan tijdens het
afkoelen een hoge krimpspanning ontstaan.
Onvoldoende kettingsmering
Wanneer het oliereservoir nog bijna vol is nadat de
kettingzaag ongeveer 20 minuten is gebruikt, kan
het zijn dat het oliekanaal (24) van het gereedschap
of de olie-inlaatopening (28) van het zwaard
verstopt is. Deze moeten dan gereinigd worden.
Voor het transporteren van het gereedschap
(na het gebruik)
- Het accupack verwijderen.
- Houd de handen uit de buurt van de
veiligheidsschakelaar (12).
- De meegeleverde beschermende afdekking (1)
op het zwaard steken.
8. Opbergen
Beschermende afdekking (1) op het zwaard (2)
schuiven. Het accupack verwijderen. Gereedschap
reinigen. Op een veilige plek, buiten het bereik van
kinderen bewaren.
9. Onderhoud, reiniging
WAARSCHUWING! Accupacks (11)
verwijderen. Ongewenst starten kan ernstig
letsel veroorzaken. De motor moet stilstaan.
36
Reinigen
Ventilatiesleuven van het gereedschap met een
kwastje reinigen en schoon zuigen. Indien nodig
met droge perslucht schoon blazen. Na een langere
periode of zeer frequent gebruik is het raadzaam
om de binnenkant van het apparaat te laten reinigen
door de klantenservice.
Zaagketting
Wanneer met een botte zaagketting wordt gewerkt,
leidt dit tot voortijdige slijtage van de zaagketting,
het kettingwiel en het zwaard. Ook een voortijdige
breuk van de zaagketting kan hier het gevolg van
zijn. Daarom is het belangrijk dat de zaagketting op
tijd wordt geslepen.
Het slijpen dient te gebeuren in een
gespecialiseerde werkplaats.
De zaagtanden van de zaagketting hebben de
volgende hoeken: snijhoek = 55°, slijphoek= 30°.
Voor het slijpen van de zaagketting wordt een ronde
vijl van 4,5 mm gebruikt. De dieptebegrenzer met
een vlakke vijl op een hoogte van 0,64 mm vijlen.
4,5 mm
55°
Vervang de zaagketting als:
- De lengte van de zaagtanden minder dan 5 mm
bedragen.
- Er te veel afstand is tussen de aandrijfschakels en
de klinknagels.
- De zaagsnelheid laag is.
- Er na meerdere keren slijpen van de zaagketting
nog altijd geen verbeterde zaagsnelheid kan
worden bereikt.
Vervangende zaagkettingen zie hoofdstuk
Toebehoor.
Zwaard
Door de smeergaten (19) voor het neustandwiel
aan de punt van het zwaard moet regelmet (met een
smeerpistool, niet inbegrepen) een beetje
kogellagervet worden gedrukt.
Aan de onderkant is het zwaard onderhevig aan
bijzonder sterke slijtage. Om eenzijdige slijtage van
het zwaard te voorkomen, dient dit telkens wanneer
de zaagketting geslepen wordt te worden
omgekeerd. Indien nodig: Ontbraam de randen en
vijl de randen vlak met een vlakke vijl.
Bij deze gelegenheid ook de groef en de olie-
inlaatopeningen (28) van het zwaard
schoonmaken.
Vervang het zwaard als
- de groef niet overeenstemt met de hoogte van de
aandrijfschakels (die nooit de onderkant mogen
aanraken)
- de binnenkant van het zwaard is versleten en de
zaagketting daarom naar een kant helt.
Wanneer het zwaard wordt vervangen, moet ook de
zaagketting worden vervangen. Vervangende
zwaarden zie hoofdstuk Toebehoor.
30°
0,64 mm