Veiligheidsinstructies
U heeft gekozen voor een instrument dat u een hoge mate aan veiligheid biedt. Om een correct gebruik zonder gevaar te gar-
anderen is het absoluut noodzakelijk dat u deze bedieningshandleiding vóór het eerste gebruik volledig doorleest.
De volgende voorzorgsmaatregelen moeten worden getroffen:
De werking van de spanningzoeker moet kort vóór de inzet gecontroleerd worden
|
(VDE-voorschrift 0105, deel 1). Vergewis u ervan dat de testleiding en het instrument
in foutloze toestand zijn. Controleer het instrument aan een bekende spanningsbron,
bijv. een 230 V contactdoos.
Als hierbij de indicatie van een of meerdere functies uitvalt, dan mag het instrument
|
niet meer worden gebruikt en moet het door vakpersoneel gecontroleerd worden.
Instrument alleen vastpakken aan de handvatten (3) onder de mechanische markering
|
(2), vermijd aanraking van de teststaven (1) (zie afbeelding)!
Controles op spanningsvrijheid alleen tweepolig uitvoeren!
|
Het instrument mag niet worden ingezet in een vochtige omgeving!
|
Niet gebruiken met open batterijvak! De teststaven moeten tijdens een vervanging van
|
de batterijen van de testkring worden geïsoleerd.
Een foutloze indicatie is gegarandeerd in het temperatuurbereik van -5 °C tot +40 °C.
|
|
Het instrument altijd droog en schoon houden. De behuizing mag alleen met een voch-
tige doek worden gereinigd.
|
Het aanvullend signalerende waarschuwingssymbool en de toon bij spanningen > 50 V
AC / 120 V DC dienen alleen als waarschuwing tegen levensgevaarlijke spanningen,
niet voor testdoeleinden!
|
Batterijen meteen vervangen, wanneer kort na het inschakelen het instrument zich me-
teen weer uitschakelt.
|
De verschillende signalen van de spanningzoeker (inclusief van de ELV-grenswaarde)
mogen niet worden gebruikt voor meetdoeleinden.
Algemeen
Spanningen hebben prioriteit. Als er geen spanning aanligt aan de teststaven (< 6 V), dan bevindt het instrument zich in de modus
doorgangscontrole.
Functie
Om het instrument in te schakelen gewoon op de lichttoets drukken of de staven tegen elkaar houden.
Door de adapter van de teststaven eraan resp. eraf te schroeven wordt het testen aan contactdozen gemakkelijker.
Zelftest / Auto Power-Off
Bij het eerste inschakelen, ofwel als er nieuwe batterijen worden geplaatst of als de teststaven uit elkaar worden gehouden als het
instrument uit staat, lichten alle optische indicaties (LEDs) kort op en er weerklinkt een signaal. Kort daarna wisselt het instrument
in de doorgangscontrole.
Als hierbij de indicatie van een of meerdere functies uitvalt, dan mag het instrument niet meer worden gebruikt en moet het door
vakpersoneel worden gecontroleerd.
Houd voor de test de teststaven tegen elkaar aan, dit moet kort voor en na de toepassing gebeuren, om te verzekeren dat het i n-
strument operationeel is.
Als de LEDs niet of maar zwak oplichten, dan moeten de batterijen worden vervangen.
Als het instrument ook met nieuwe batterijen niet werkt, dan moet het tegen verkeerd gebruik worden beveiligd.
Na enige tijd zonder gebruik schakelt het instrument automatisch uit door de 'Auto Power Off'-functie.
Om het instrument opnieuw in te schakelen/voor een nieuwe zelftest houdt u de teststaven kort tegen elkaar aan.
®
Testboy
Profi III DUO
Bediening
47