N I
T
R
O
D
U
C
T
Voordat u met de werkzaamheden in deze sectie begint:
1. Zoek een plaats waar stroomvoorziening in de buurt is.
2. Installeer de uitlaatslang zoals aangegeven in Fig.2 en Fig.2a en pas de raampositie goed aan.
3. Zoals weergegeven in Fig. 6, sluit de afvoerslang goed aan (alleen voor het gebruik van het
verwarmingsmodel);
4. Steek het netsnoer in een geaard AC220~240V/50Hz stopcontact;
5. Druk op de Aan/Uit-toets in om de airconditioner in te schakelen.
1. Kennisgeving voor
gebruik:
• Bedrijfstemperatuurbereik:
DB/WB(ºC)
DB/WB(ºC)
Controleer of de uitlaatslang correct is gemonteerd.
Waarschuwingenvoor koelen en ontvochtigen:
• Houd bij gebruik van functies voor koeling en ontvochtiging een interval van ten minste 3 minuten
tussen elk VERMOGEN.
• Voeding voldoet aan de eisen.
• Het stopcontact is voor AC-gebruik.
E I
V
A
N
D
E
B
E
D
E I
Fig. 2
Maximale koeling
35/24
Maximale verwarming
27/---
N
N I
G
99
Fig. 2.a
Minimale koeling
18/12
Minimale verwarming
7/---