12. ACCESOIRESET VOOR ONTLUCHTING
Als het apparaat uitsluitend is bedoeld voor gebruik in één ruimte
dan kan de koeling worden versterkt door de volgende accessoires
uit de ontluchtingsset te gebruiken die wordt meegeleverd bij het
apparaat.
HET AFVOERKANAAL GEBRUIKEN (Afb. H)
1. Bereid de onderstaande accessoires voor.
H1 Adaptermondstuk uitlaatpijp (Bevestig aan apparaat)
H2 Uitlaatpijp
H3 Uitlaatmondstuk (boven) + uitlaatmondstuk (onder)
2. Om het uitlaatmondstuk (boven) en uitlaatmondstuk (onder) te
verbinden, drukt u de klem stevig in de gleuf. (Fig. H4)
3. Steek een uiteinde van de uitlaatpijp (flexibele buis) (H2) in het
adaptermondstuk van de uitlaatpijp (H1) door linksom te draai-
en. Installeer uitlaatmondstuk (boven + onder) (H3) aan de an-
dere kant van de uitlaatpijp. (Fig. H5)
4. Plaats de zijde met "TOP" naar boven. Plaats het adaptermond-
stuk van de uitlaatpijp in de gleuf van de uitlaat tot u een geluid
hoort. (Fig. H6)
5. Plaats de uitlaatslang buiten. (Fig. H7)
LET OP: Plaats het apparaat zo dicht mogelijk bij een raam of
deur. (H5, H6, H7)
13. Speciale handleiding
De vereiste vaardigheden voor onderhoudstechnici (reparaties mo-
gen uitsluitend worden uitgevoerd door vakmensen).
a. Alle arbeiders die zich bezighouden met het koelsysteem moe-
ten de geldige certificering uitgereikt door de gezaghebbende
organisatie en de kwalificatie voor de bediening van het koel-
systeem dragen.
b. Het apparaat ken uitsluitend worden gerepareerd volgens de
methode die door de fabrikant van de apparatuur wordt aanbe-
volen.
Als een andere technicus nodig is voor het onderhoud en de re-
paratie van het apparaat, moeten deze worden begeleid door
de persoon die de kwalificatie draagt voor het gebruik van het
ontvlambare koudemiddel.
Voorbereidingswerkzaamheden met betrekking tot de veilig-
heid vóór de installatie
Voordat de apparaten met het ontvlambare koudemiddel worden
onderhouden moet de veiligheid worden geïnspecteerd om het
brandgevaar tot het minimum te beperken.
De werkzaamheden zullen worden uitgevoerd volgens een gecon-
troleerde procedure om tijdens de werkzaamheden het risico van
ontvlambaar gas of ontvlambare damp te minimaliseren.
Detectie van ontvlambare koudemiddelen
In geen geval mogen er potentiële ontstekingsbronnen worden ge-
bruikt bij het zoeken of detecteren van lekkage van koudemidde-
len. Een halogenide zaklamp (of elke andere detector met een
open vlam) mag niet worden gebruikt.
Omgeving controleren
• Alle onderhoudspersoneel en andere mensen die in de nabijheid
werken moeten worden geïnstrueerd over de aard van de uit te
voeren werkzaamheden. Werk in afgesloten ruimten moeten
worden vermeden. Het gebied rondom het werkgebied moet
worden afgescheiden. Zorg ervoor dat de omstandigheden bin-
nen het gebied veilig zijn gemaakt door controle op ontvlambaar
materiaal.
• Vóór en tijdens de werkzaamheden moet het gebied met een
daartoe geschikte detector van koudemiddelen worden gecon-
troleerd om ervoor te zorgen dat de technicus zich bewust is
van mogelijk giftige of ontvlambare atmosferen.
Zorg ervoor dat de gebruikte lekdetectieapparatuur geschikt is
voor gebruik met alle toepasselijke koudemiddelen, d.w.z. vonk-
vrij, adequaat afgedicht of wezenlijk veilig is.
• Niemand die werkzaamheden uitvoert in verband met een koel-
systeem waarbij de blootstelling van leidingen betrokken is,
moet eventuele ontstekingsbronnen op zo'n manier gebruiken
dat deze kunnen leiden tot brand of ontploffing. Alle mogelijke
ontstekingsbronnen waaronder het roken van sigaretten moeten
op voldoende afstand worden gehouden van de plaats van in-
stallatie, reparatie, verwijdering en afvoer waarbij mogelijk kou-
demiddel in de omringende ruimte kan worden vrijgegeven.
Voorafgaand aan de werkzaamheden moet het gebied rond de
apparatuur worden onderzocht om er zeker van te zijn dat er
geen brandgevaar of ontstekingsrisico bestaat. Er worden "Niet
roken"-borden opgehangen.
• Als er hitte-stralende werkzaamheden op het koelsysteem of
bijbehorende onderdelen moeten worden uitgevoerd, zullen er
passende brandblusmidddelen beschikbaar worden gesteld.
Zorg voor een droogpoeder- of CO
werkgebied.
• Zorg ervoor dat het gebied in de buitenlucht staat of goed ge-
blusapparaat naast het
2
34
ventileerd wordt voordat het systeem wordt opengemaakt of er
hitte-stralende werkzaamheden worden uitgevoerd. Gedurende
de periode dat de werkzaamheden worden uitgevoerd, blijft een
zekere mate van ventilatie aanwezig. De ventilatie moet het vrij-
komende koudemiddel op een veilige manier afvoeren en bij
voorkeur uitstoten uitwendig in de atmosfeer.
Koelapparatuur controleren
Wanneer elektrische componenten worden veranderd moeten deze
geschikt zijn voor het doel en voor de juiste specificatie. De voor-
schriften voor onderhoud en service van de fabrikant moeten te al-
len tijde worden opgevolgd. Raadpleeg in geval van twijfel de tech-
nische afdeling van de fabrikant.
De volgende controles moeten worden toegepast nij installaties die
ontvlambare koudemiddelen gebruiken.
• De werkelijke lading koudemiddel is in overeenstemming met
de grootte van de ruimte waarin de koudemiddelhoudende on-
derdelen worden geïnstalleerd.
• De ventilatiemachines en uitgangen werken naar behoren en
worden niet belemmerd;
• Als er een indirect koelcircuit wordt gebruikt, dan wordt het se-
cundaire cicuit gecontroleerd op de aanwezigheid van koude-
middel;
• De markering op de apparatuur blijft zichtbaar en leesbaar.
Markeringgen en opschriften die onleesbaar zijn worden gecor-
rigeerd.
• De koelleidingen of componenten worden in een positie geïn-
stalleerd waarin het onwaarschijnlijk is dat deze worden bloot-
gesteld aan een stof die mogelijk koudemiddelhoudende com-
ponenten corrodeert tenzij de componenten zijn vervaardigd
van materialen die van nature resistent zijn tegen corrosie of die
naar behoren beschermd zijn tegen corrosie.
Elektrische apparaten controleren
Reparatie en onderhoud van elektrische componenten omvatten
initiële veiligheidscontroles en inspectieprocedures. Als er een de-
fect optreedt dat de veiligheid in gevaar kan brengen, mag geen
enkele elektrische voeding op het circuit worden aangesloten tot-
dat het defect naar tevredenheid wordt opgelost. Als het defect
niet onmiddellijk kan worden verholpen, maar het noodzakelijk is
voor de continuïteit, moet er een adequate tijdige oplossing wor-
den gebruikt. Dit zal aan de eigenaar van de apparatuur worden
medegedeeld zodat alle partijen hierover geïnformeerd zijn.
De initiële veiligheidscontroles moeten omvatten:
• Dat de condensatoren worden ontladen: dit moet op een veilige
manier gebeuren om de kans van vonken te vermijden;
• Dat er geen onder spanning staande componenten en bedra-
ding wordt blootgesteld tijdens het vullen, repareren of reiniging
van het systeem;
• Dat er continue aarding is.
Reparaties aan verzegelde componenten
Bij reparaties aan verzegelde onderdelen moeten alle elektrische
voorzieningen worden losgekoppeld van de bewerkte apparatuur,
voordat de verzegelde afdekkingen worden verwijderd, enz. Als het
absoluut noodzakelijk is om de apparatuur tijdens het onderhoud
van elektriciteit te voorzien, moet op het meest kritieke punt een
permanent werkende vorm van lekdetectie worden geplaatst om te
waarschuwen voor een potentieel gevaarlijke situatie. Er wordt bij-
zondere aandacht besteed aan het volgende om ervoor te zorgen
dat tijdens werkzaamheden aan elektrische componenten de be-
huizing niet zodanig wordt gewijzigd dat het beschermingsniveau
wordt aangetast.
Dit omvat schade aan kabels, een buitensporig aantal aansluitingen,
klemmen die niet volgens de oorspronkelijke specificaties zijn ge-
maakt, schade aan afdichtingen, onjuiste montage van wartels, enz.
• Zorg ervoor dat het apparaat veilig bevestigd is.
• Zorg ervoor dat de afdichtingen of pakkingen niet zodanig zijn
aangetast, dat deze niet langer dienen ter voorkoming van het bin-
nendringen van een ontvlambare atmosfeer. Reserveonderdelen
moeten overeenkomstig de specificaties van de fabrikant zijn.
LET OP: Het gebruik van siliconenkit kan een nadelige invloed
hebben op sommige soorten apparatuur voor lekde-
tectie. Wezenlijk veilige componenten hoeven niet te
worden geïsoleerd voordat er werkzaamheden aan
worden uitgevoerd.
Bekabeling
Controleer dat de bekabeling niet onderhevig is aan slijtage, corro-
sie, buitensporige druk, trillingen, scherpe randen of enig ander ne-
gatieve milieu-effecten. Bij de controle moet ook rekening worden
gehouden met de effecten van veroudering of continue trillingen
van bronnen zoals compressors of lamellen.
Methoden voor lekdetectie
De volgende methoden voor lekdetectie worden aanvaardbaar ge-
NEDERLANDS