Gebruikershandleiding
werkinG - ventilatie
Zet de tijdschakelaar in de stand 'OFF' voordat u de stekker in het stopcontact steekt. Het
apparaat begint dan niet gelijk te werken.
1. Plaats de ventilator op een vlakke ondergrond met het uitblaasrooster in de richting die u wilt
ventileren.
2. Druk de zwenkschakelaar in als u de ventilator wilt laten zwenken. Druk de zwenkschakelaar uit als u
niet wilt zwenken.
3. Stop de stekker in het stopcontact.
4. Stel de gewenste snelheid van de ventilator in door een van de drie snelheidsknoppen in te drukken.
Stand 1: de ventilator draait langzaam.
Stand 2: de ventilator draait n o r m a a l . Stand 3:
de ventilator draait snel.
5. Stel de tijdschakelaar in op de gewenste tijd. Is de ingestelde tijd verstreken, dan schakeltgaat de
ventilator automatisch uit. Wilt u de tijdsinstelling niet gebruiken, zet de tijdschakelaar dan in de stand
'ON'.
6. Stop de ventilator door de tijdschakelaar in de stand 'OFF' te zetten.
reiniGinG en onderhoud
Na verloop van tijd kan er stof blijven zitten in het uitblaasrooster en tussen de vinnen van de
ventilator. Verwijder met een handveger en/ of stofzuiger het stof.
•
Zorg ervoor dat het apparaat niet is aangesloten op de netvoeding als u hem gaat schoonmaken.
•
Zorg ervoor dat er geen vocht binnenin het apparaat komt.
•
Gebruik geen agressieve of schurende schoonmaakmiddelen of scherpe voorwerpen
(zoals messen of harde borstels) bij het reinigen.
Milieu
•
Werp verpakkingsmateriaal zoals plastic en dozen in de daarvoor bestemde containers.
•
Dit product aan het eind van de gebruiksduur niet inleveren als normaal huishoudelijk afval, maar
bij een inzamelpunt voor hergebruik van elektrische en elektronische apparatuur. Let op
het symbool op het product, de gebruiksaanwijzing of de verpakking.
•
De materialen kunnen hergebruikt worden zoals aangegeven. Door uw hulp bij hergebruik,
de verwerking van de materialen of ander vormen van de benutting van oude apparatuur levert u
een belangrijke bijdrage aan de bescherming van ons milieu.
•
Informeer bij de gemeente naar het juiste inzamelpunt bij u in de buurt.
STOP
OSCILLATION
0
1
2
3
ON
120
OFF
100
20
80
40
60
Figuur 3
Bedieningspaneel
8