gebruikt en voordat u overgaat tot het schoonmaken van
het apparaat.
3
Verzeker u ervan dat de loopband uitgeschakeld is en
niet is aangesloten op het lichtnet voordat u begint met
monteren of onderhoudswerkzaamheden.
4
Trek niet aan het snoer om de stekker uit het
stopcontact te halen.
5
Gebruik het apparaat niet met een beschadigd of
versleten snoer.
6
Houd
het
aansluitsnoer
oppervlakken.
BESCHERMING.-
Dit model is uitgerust met een elektronische automatische
stop beveiliging, die voor een optimaal behoud van zowel
de elektronische als de elektrische circuits zorgt.
Deze beveiliging treedt in werking wanneer het apparaat
een abnormale krachten ondergaat of oververhit raakt.
Wanneer dit zich voordoet:
1.- Zet u de schakelaar (L) die zich op de behuizing
bevindt op de stand "0" (OFF) Fig.B.
2.- Druk op de circuitschakelaar (C) om te re-setten.
3.- Vervolgens zet u de schakelaar op de stand "I" (ON)
en het apparaat is opnieuw gereed voor gebruik.
Wanneer de beveiliging verschillende malen achtereen in
werking treedt, kunnen de volgende zaken de oorzaak
zijn:
-abnormale belastingssituaties,
-gebrek aan smering van de band,
-gebruik van smeermiddelen met oplosmiddelen (gebruik
het type BH),
-loopband te strak gespannen.
Sluit het apparaat aan op een GEAARD stopcontact. Zet
de schakelaar (L) op stand [1].
MONTAGE INSTRUCTIES.-
Haal het apparaat uit de verpakking en plaats het op de
grond, zoals wordt getoond in Fig.0.
Het is raadzaam de hulp van een tweede persoon in te
roepen voor de montage.
Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn:
(1)
Hoofdstructuur.
(3)
Verticaal framedeel (links).
(4)
Verticaal framedeel (rechts).
(5)
Dashboard.
(20) Monitors bevestigen.
(91) Bevestigingsbeugel.
(200) Monitor.
(156) Tube smeermiddel.
(71) Bout M8x20.
(48) Bout M8x20.
(63) Bout M4x10.
(112) Bout M8x15.
Sleutels.
verwijderd
van
Fig.B
Volg alle stappen van deze montage instructies.
1. DE HANDLEUNINGEN MONTEREN.-
Er zijn ten minste twee mensen nodig voor het monteren
van de machine
Draai als eerste de bouten (77), (76) van de motorkap los
(18) en maak de kap (18) los, Fig.1.
2.
Plaats de linkerstaander (3) Fig.2, dicht bij de loopband
warme
en voer de kabels voor TV, internet door de staander (3).
Draai vervolgens de linkerstaander (3) lichtjes op het
onderstel met behulp van de bouten (48).
3.
Plaats de rechterstaander (4), Fig.2, nabij de loopband
en voer de besturings-, monitor- en aardkabels door de
staander (4). Monteer vervolgens de rechterstaander (4)
lichtjes op het onderstel met behulp van de bouten (48).
4. PLAATSEN DASHBOARD.-
Pak het dashboard (5) en verbind de kabels met de kabels
die uit de bovenkant van de staander komen, Fig.3.
Nadat deze handeling is voltooid, laat u het dashboard op
de staanders rusten maar let op dat de kabels niet
vastgeklemd komen te zitten. Draai vervolgens de bouten
(71) lichtjes aan, Fig.3.
Draai de moeren van de linker- en rechterstaander van de
vorige stap vervolgens stevig vast.
5. PLAATSEN MOTORKAP.-
Plaats de motorkap (18) op de machine Fig.4, plaats en
draai de eerder verwijderde bouten (77), (76) aan, Fig.4.
Plaats de bevestigingsbeugel (91) op het onderstel met
behulp van de bouten (63).
6. PLAATSEN VAN DE MONITOR.-
Plaats de monitorstandaard (20) op het dashboard (5),
plaats de bouten (112) en draai ze stevig aan, Fig.5.
Draai de bouten los aan de achterkant van de monitor en
haal de kap eraf, Fig.6, I.
Verbind de monitorkabels met de kabels die uit het
dasboard komen. Draai de bouten aan de achterkant van
de monitor los. Plaats de monitor op de standaard en zet
hem vast met de eerder verwijderde bouten.
Plaats vervolgens de kap van de monitor terug met de
eerder verwijderde bouten en zorg ervoor dat de kabels
niet bekneld raken, Fig.6, II.
VERPLAATSEN EN OPBERGEN.-
Het apparaat is voorzien van wieltjes (35), Fig.7, wat het
verplaatsen vergemakkelijkt. Verzeker u ervan dat de
stekker uit het stopcontact is genomen.
Vervoer de loopband, dit ter voorkoming van gevaarlijke
situaties, NIET over oneffen oppervlakken.
ONDERHOUD.-
Voor een optimaal functioneren van uw apparaat, en om
er voor te zorgen dat er zo min mogelijk wrijving ontstaat
tussen de band en de plaat, dient u de binnenkant van de
band, Fig.8, te smeren (als gevolg van individuele
loopstijlen dient u speciale aandacht te besteden aan de
38
.
Dit voorkomt mogelijke ongelukken.