8. BEDIENINGSINSTRUCTIES
8-1 VOOR DE MOTOR TE STARTEN
Vul de brandstoftank en olietank bij zoals aangegeven in
de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor, die bij de
grasmaaier is geleverd. Lees de gebruiksaanwijzingen
zorgvuldig.
WAARSCHUWING: Benzine is bijzonder
brandbaar.
Bewaar brandstof in speciaal daarvoor bestemde
jerrycans.
Vul brandstof alleen bij in de open lucht en voordat de
motor wordt gestart, en rook niet tijdens het bijvullen of
hanteren van brandstof.
Verwijder nooit de brandstoftankdop en vul nooit benzine
bij terwijl de motor draait of wanneer de motor warm is.
Als brandstof is gemorst, mag u niet proberen de motor te
starten, maar moet de grasmaaier worden verwijderd van
de plaats waar de brandstof is gemorst, en mag de motor
niet worden gestart voordat de brandstof verdampt is.
Plaats de doppen stevig terug op de brandstoftank en
jerrycan.
Voordat u de grasmaaier kantelt voor onderhoud van het
maaimes of voor aftappen van de olie, moet u de
brandstoftank volledig leegmaken.
WAARSCHUWING: In geen geval mag u
brandstof bijvullen in een gebouw, terwijl de motor draait
of als het afkoelen van de motor na draaien korter heeft
geduurd dan 15 minuten.
8-2 DE MOTOR STARTEN EN HET
MAAIMES INSCHAKELEN
1. Bij deze grasmaaier zit het uiteinde van de bougie een
rubberen mof. Zorg ervoor dat de metalen huls aan
het uiteinde van de bougiekabel (binnenin de
rubberen mof) goed vastzit op de metalen elektrode
van de bougie.
2. Bij het starten van een koude motor, moet u de
gashendel in de stand "
een warme motor, moet u de gashendel in de stand
"
" zetten. (zie afb. 19)
3. U gaat achter het gereedschap staan, pakt de
stophandgreep vast en houd deze tegen de bovenste
handgreep, zoals afgebeeld in afb. 20.
4. Pak het handvat van het startkoord vast, zoals
afgebeeld in afb. 20, en trek het snel naar u toe.
Plaats het handvat na het starten van de motor rustig
terug tegen de koordgeleider. Als u de stophandgreep
loslaat, slaat de motor af en stopt het maaimes
vanzelf.
Start de motor zorgvuldig zoals aangegeven in
de gebruiksaanwijzing en blijf met uw voeten
steeds op voldoende afstand van het maaimes.
Tijdens het starten van de motor mag de
grasmaaier niet worden gekanteld. Start de
grasmaaier op een vlakke ondergrond zonder
hoog gras of obstakels.
Houd uw handen en voeten uit de buurt van
draaiende delen. Start de motor niet als u voor
de uitwerpopening staat.
" zetten. Bij het starten van
8-3 TIJDENS HET GEBRUIK
Houd tijdens het gebruik de stophandgreep met beide
handen stevig vast.
Opmerking: Als u tijdens het gebruik de
stophandgreep loslaat, slaat de motor af waardoor de
grasmaaier stopt.
8-4 DE MOTOR STOPPEN
LET OP: Het maaimes draait na het uitschakelen
van de motor nog enkele seconden door.
1. Als u de stophandgreep loslaat, slaat de motor af en
stopt het maaimes vanzelf.
2. Maak de bougiekabel los en aard deze zoals
aangegeven in de aparte gebruiksaanwijzing voor de
motor om per ongeluk starten te voorkomen als de
grasmaaier onbeheerd achtergelaten wordt.
8-5 ZELFAANDRIJVING
Voor model PLM4621
Duw de aandrijfhendel tegen de bovenste handgreep, de
grasmaaier begint automatisch naar voren te rijden met
ongeveer 1 m/s. Laat de aandrijfhendel los en de
grasmaaier stopt met rijden.
Voor model PLM4622
De grasmaaier is uitgerust met een snelheidsregeling die
drie snelheden kan instellen van 3,0 km/u tot en met
4,5 km/u.
Volg onderstaande stappen:
1. Laat de aandrijfhendel los en wacht tot de grasmaaier
niet meer naar voren rijdt.
2. Stel de gewenste snelheid in.
3. Duw de aandrijfhendel tegen de bovenste handgreep
en de grasmaaier begint automatisch naar voren te
rijden. (zie afb. 21)
LET OP: Uw grasmaaier is bedoeld om normaal
tuingras te maaien met een maximale lengte van 250 mm.
Probeer niet in ongebruikelijk hoog, droog of nat gras
(bijvoorbeeld een weiland) of een berg droge bladeren te
maaien. Afval kan zich ophopen op het maaidek of in
aanraking komen met de motoruitlaat waardoor mogelijk
brandgevaar ontstaat.
8-6 HET BESTE RESULTAAT BIJ
MULCHEN
Verwijder afval van het gazon. Zorg dat het gazon vrij is
van stenen, stokken, draadstukken of andere vreemde
voorwerpen die per ongeluk door de grasmaaier in alle
richtingen weggeslingerd kunnen worden en niet alleen
ernstig persoonlijk letsel voor de gebruiker of anderen,
maar ook schade aan eigendommen en voorwerpen in de
buurt tot gevolg kunnen hebben. Maai geen nat gras.
Mulchmaaien gaat het best als het gras niet nat is omdat
het anders aan de onderkant van het maaidek gaat
plakken en daardoor het mulchen van het maaisel wordt
gehinderd. Maai niet meer dan 1/3 van de graslengte.
Voor mulchen wordt aangeraden het gras 1/3 van de
lengte korter te maaien. De voorwaartse snelheid moet
43