11-2 MAAIMES
LET OP: Maak de bougiekabel los en aard deze
voordat u aan het maaimes gaat werken om per ongeluk
starten te voorkomen. Bescherm uw handen
door werkhandschoenen te dragen of een doek te
gebruiken als u het maaimes vastpakt.
Kantel de grasmaaier zoals aangegeven in de aparte
gebruiksaanwijzing voor de motor. Verwijder de
zeskantbout en ring waarmee het maaimes en
bijbehorende adapter op de uitgaande as van de motor
zijn bevestigd. Verwijder het maaimes en de adapter
vanaf de uitgaande as van de motor.
WAARSCHUWING: Controleer regelmatig de
maaimesadapter op scheuren, vooral na het raken van
een vreemd voorwerp. Vervang indien nodig.
Voor het beste resultaat moet het maaimes scherp zijn.
Het maaimes kan weer scherp worden gemaakt door het
te verwijderen en de snijkant te slijpen of te vijlen, waarbij
de originele snijhoek zo goed mogelijk gehandhaafd moet
blijven. Het is uitermate belangrijk dat elke snijkant
evenveel wordt geslepen om te voorkomen dat het
maaimes in onbalans raakt. Een onjuiste balans van het
maaimes veroorzaakt sterke trillingen dat weer kan leiden
tot eventuele schade aan de motor en grasmaaier. Zorg
dat het maaimes zorgvuldig uitgebalanceerd wordt na het
slijpen. De balans van het maaimes kan worden
gecontroleerd door het op de ronde steel van een
schroevendraaier te balanceren. Verwijder een beetje
materiaal van het zwaardere gedeelte totdat de balans
weer is hersteld. (zie afb. 25)
Voordat het maaimes en de adapter weer op de
grasmaaier gemonteerd worden, smeert u de uitgaande
as van de motor en de binnenkant van de
maaimesadapter met een lichte olie. Monteer de
maaimesadapter op de uitgaande as van de motor met de
"ster" in de richting afgekeerd van de motor. (zie afb. 25)
Monteer het maaimes met het onderdeelnummer
afgekeerd van de adapter. Leg de ring op juiste wijze op
het maaimes en steek de zeskantbout erdoor. Draai de
zeskantbout vast met een draaikoppel, zoals hieronder
aangegeven.
11-3 DRAAIKOPPEL VOOR MAAIMES
De centrale bout moet worden aangedraaid met een
draaikoppel van 35 tot 45 Nm. Om veilig gebruik van uw
grasmaaier zeker te stellen. Alle moeren en bouten
moeten regelmatig nagekeken worden of ze nog goed
vastzitten. Na langdurig gebruik, vooral op ondergronden
met veel zand, zal het maaimes slijten en zijn
oorspronkelijke vorm verliezen. Het maaien gaat steeds
slechter en het maaimes moet worden vervangen.
Vervang het alleen met een origineel MAKITA-
vervangingsonderdeel. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor eventuele schade die veroorzaakt
wordt door de onbalans van het maaimes.
Bij vervanging van het maaimes moet u gebruikmaken
een origineel vervangingsonderdeel waarvan het nummer
is aangegeven op het maaimes (MAKITA 263001451)
(het maaimes kunt u bestellen bij uw plaatselijke dealer of
door telefonisch contact op te nemen met ons bedrijf).
WAARSCHUWING: Raak het draaiende
maaimes niet aan.
11-4 MOTOR
Raadpleeg de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor
voor aanwijzingen met betrekking tot motoronderhoud.
Behandel de motorolie zoals aangegeven in de aparte
gebruiksaanwijzing voor de motor dat bij de grasmaaier is
geleverd.
Lees en volg de instructies zorgvuldig.
Onderhoud onder normale omstandigheden het luchtfilter
zoals aangegeven in de aparte gebruiksaanwijzing voor
de motor. Bij zeer stoffige omstandigheden moet het
steeds na enkele uren schoongemaakt worden. Slechte
motorprestaties en het verzuipen van de motor zijn
meestal aanwijzingen dat het luchtfilter onderhouden
moet worden.
Raadpleeg de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor
die bij de grasmaaier is geleverd, voor het onderhoud van
het luchtfilter.
Een keer per seizoen moet de bougie worden
schoongemaakt en de elektrodenafstand opnieuw worden
ingesteld. Het wordt aangeraden om aan het begin van
elk maaiseizoen de bougie te vervangen. Raadpleeg de
aparte gebruiksaanwijzing voor de motor voor het juiste
bougietype en specificatie van de elektrodenafstand.
Maak de motor regelmatig schoon met een doek of
borstel. Houd het koelsysteem (ventilatorbehuizing)
schoon om een goede luchtcirculatie te realiseren die
essentieel is voor het vermogen en de levensduur van de
motor. Zorg dat al het gras, vuil en brandbare rommel
rondom de geluiddemper is verwijderd.
12. OPBERGEN (BUITEN HET
SEIZOEN)
De volgende stappen moet u nemen om de grasmaaier
voor te bereiden om hem op te bergen.
1. Na de laatste maaibeurt van het seizoen, moet u de
motor laten draaien totdat de brandstoftank leeg is.
2. Maak de motor schoon en geef deze een smeerbeurt
zoals aangegeven in de aanwijzingen voor smering.
3. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing voor de motor voor
de juiste aanwijzingen voor het opbergen van de
motor.
4. Vet het maaimes van de grasmaaier licht in met
chassisvet om roest te weren.
5. Berg de grasmaaier op in een droge en schone
ruimte.
OPMERKING:
- Bij opbergen van elk gereedschap met een
verbrandingsmotor in een schuur die niet is
geventileerd of waar materialen worden opgeslagen;
- Moet u zorgen dat het gereedschap tegen roest
beschermd wordt. Smeer het gereedschap, met name
de snoeren en alle bewegende delen, met een lichte
olie of silicone.
- Pas op dat u de snoeren niet buigt of knikt.
- Als het startkoord is losgeschoten uit de koordgeleider
op de handgreep, moet u de bougiekabel losmaken en
aarden, de stophandgreep intrekken en het startkoord
langzaam uit de motor trekken. Schuif het startkoord in
de koordgeleider op de handgreep.
45