1. Geschikte
container
saatuitlaat plaatsen.
2. Om condensaat te laten weglopen, moet
een druk van max. 2 bar aanwezig zijn.
3. Condensaataftapventiel (Pos. 09) ope-
nen: 1 1/2 omwenteling rechtsom draai-
en.
4. Condensaataftapventiel rechtsom draai-
en, om het te sluiten.
2.6.6 Oliepeil controleren
Bij compressors met oliemeetstok deze eruit
halen.
1. Oliepeil moet zich tussen de onderste en
bovenste markering bevinden (oliemeet-
stok/oliekijkglas) (afbeelding 7a).
2. Indien nodig corrigeren.
Bij zeer ongunstige omstandigheden kan het
gebeuren, dat condensaat in de olie komt.
Dit kan men aan melkkleurige olie herken-
nen. Dan moet de olie onmiddellijk ververst
worden.
2.6.7 Olie verversen/bijvullen
1. Compressor laten warmdraaien, uitscha-
kelen, stroomtoevoer onderbreken.
2. Olievulstop resp. oliemeetstok (pos. 03)
eruit halen, afgewerkt olie-vat onder de
olieaftapschroef (pos. 04) houden, deze
openschroeven, afgewerkte olie volledig
laten weglopen.
3. Olieaftapschroef dichtschroeven.
4. Vastgestelde oliehoeveelheid ingieten.
5. Oliepeil controleren, indien nodig corri-
geren. Olievulstop resp. oliemeetstok
erin steken.
6. Afgewerkte olie volgens de geldende
voorschriften als afval verwerken.
Als minerale olie adviseren wij art.-nr.
B111002,
synthetische
B111006. Bij gebruik van verkeerde oliën
is er geen garantie.
Mengeling van synthetische en minerale
olie kan tot schade aan de compressor lei-
den!
onder
conden-
olie
art.-nr.
BAM/CPM/SUM/UNM/ZPM
2.6.8 Schroefverbindingen con-
troleren
1. Controleren of alle schroefverbindingen
goed vastzitten, indien nodig vaster aan-
draaien.
2. Aanhaalmomenten in acht nemen (bere-
kening van de aanhaalmomenten vol-
gens VDI 2230).
2.6.9 Aanzuigfilter reinigen
Zie gebruiksaanwijzing deel 1.
Aanzuigopening niet uitblazen. Er mogen
geen vreemde voorwerpen naar binnen
komen.
Compressor nooit zonder aanzuigfilter ge-
bruiken.
2.6.10 V-snaarspanning controle-
ren, instellen
V-snaaraangedreven compressors:
1. Compressor uitschakelen. Stroomtoe-
voer onderbreken.
2. De bevestigingsstop verwijderen, riem-
beschermrooster verwijderen.
V-snaarspanning controleren:
V-snaar boven in het midden tussen de V-
riemschijven met de duim naar beneden
drukken. Maximaal de breedte van de V-
snaar mag meegeven (afbeelding 8a).
V-snaarspanning instellen:
1. Positie van de elektromotor op de grond-
plaat markeren.
2. Bevestigingsschroeven van de motor los-
draaien (afbeelding 8b).
3. Motor verschuiven in richting compres-
soraggregaat. V-snaar verwijderen.
4. Motor ca. 2 mm parallel over de marke-
ring heen terugschuiven. Bevestigings-
schroeven aandraaien.
5. De V-snaar eerst over de kleine V-riem-
schijf leggen en dan over de grote V-
riemschijf drukken.
6. V-snaarspanning controleren, procedure
evt. herhalen.
7. Riembeschermrooster met de bevesti-
gingsstop aanbrengen.
NL
II/39