Het bedieningspaneel van uw apparaat is
ontworpen om u het gebruik van het apparaat
gemakkelijker te maken. U moet rekening
houden met de volgende kenmerken.
Het navigatie concept van het apparaat is
gebaseerd op het gebruik van de toetsen "up"
en "down" (naar boven en naar beneden) om
zich op het scherm te bewegen. De toetsen
"+" en "–" (rechts en links) maken het ons
mogelijk ons naar rechts en naar links te
bewegen binnen de gekozen rechthoek. Deze
rechthoek geeft de gekozen functie aan
waarmee wij kunnen werken. Om het
navigatie concept beter te begrijpen, zien wij
hierna een voorbeeld.
Toetsen up en down
De toetsen "u p" en "d o w n" maken het mogelijk
dat wij ons naar boven en naar beneden
bewegen op het scherm.
Toets "down"
:
Wij gaan er van uit dat de begin situatie is
zoals te zien is in het eerste figuur (de
rechthoek bevindt zich op de optie functie
wijze). Als wij op de toets
de rechthoek zich naar beneden naar de
functie "Keuze temperatuur".
Als wij weer op de toets
selectie rechthoek naar beneden tot op de
functie "Keuze snelheid".
Het navigatie concept
drukken beweegt
drukken gaat de
120
Toets "up"
:
Het gebruik van de toets
hetzelfde als die van de toets
rechthoek verplaatst zich nu alleen naar
boven.
Cyclische werking:
Het gebruik van beide toetsen is cyclisch. Dat
wil zeggen: als wij ons op de onderkant van
het scherm bevinden en wij drukken opnieuw
op de toets
dan verplaatst de rechthoek
zich naar de bovenkant van het scherm. Op
dezelfde wijze, als wij ons boven aan het
scherm bevinden en wij drukken op de toets
, dan verplaatst de keuzerechthoek zich naar
de onderkant van het scherm.
is precies
, de