NEDERLANDS
vermeld. Als u dit knipperpatroon van een slechte accu ziet,
ga dan niet door met het opladen van de accu.
Breng de accu dan terug naar het servicecentrum of naar een
inzamelpunt waar de accu kan worden gerecycled.
Vertraging Warme/Koude Accu
Wanneer de lader detecteert dat een accu veel te warm of veel
te koud is, wordt automatisch een Vertraging Warme/Koude Accu
gestart, en wordt het laden opgeschort tot de accu een normale
temperatuur heeft bereikt. Wanneer dat zo is, schakelt de lader
automatisch over op de stand Accu Opladen. Deze functie
waarborgt een maximale levensduur van de accu.
Het lampje knippert in een patroon dat op het label wordt vermeld.
De accu in de acculader laten zitten
De accu kan in de lader blijven zitten en
de LED zal dan blijven branden. De lader houdt de
in goede conditie en volledig opgeladen. Deze lader is
voorzien van een automatische opfrisstand die de individuele
cellen van de accu op gelijke spanning en in evenwicht
houdt zodat de accu maximaal kan presteren. Accu's moeten
wekelijks worden opgefrist of wanneer de accu niet meer
presteert zoals voorheen. U kunt de automatische opfrisstand
gebruiken door de accu in de lader ter plaatsen en tenminste
8 uur in de lader te laten.
Belangrijke opmerkingen over opladen
De accu kan het langst presteren en de beste
u
prestaties leveren als de accu wordt opgeladen bij een
luchttemperatuur van tussen 18 ° – 24 °C. Laad de accu
NIET op bij een luchttemperatuur lager dan +4,5 °C of
hoger dan +40 °C. Dit is belangrijk en zal voorkomen dat
de accu ernstig beschadigd raakt.
De lader en de accu zullen tijdens het opladen misschien
u
warm aanvoelen. Dat is normaal en wijst niet op een
probleem. U kunt het koelen van de accu na gebruik
bevorderen door de lader of de accu niet in een warme
omgeving te plaatsen, zoals een metalen loods of een
ongeïsoleerde aanhanger.
Als de accu niet goed wordt opgeladen:
u
Controleer de werking van het stopcontact door er een
u
lamp of een ander apparaat op aan te sluiten;
Controleer of het stopcontact misschien is aangesloten
u
op een lichtschakelaar die het stopcontact stroomloos
maakt wanneer u de verlichting uitschakelt.
Breng de lader en de accu naar een plaats waar de
u
omringende luchttemperatuur ongeveer 18 ° – 24 °C is;
Als de problemen met het laden aanhoudende, breng
u
het gereedschap, de accu en de lade dan naar het
servicecentrum bij u in de buurt.
De accu moet worden opgeladen wanneer de accu niet
u
voldoende vermogen levert voor werkzaamheden
die eerder gemakkelijk werden uitgevoerd. GA NIET
40
(Vertaling van de originele instructies)
DOOR met uw werkzaamheden onder dergelijke
omstandigheden. Volg de procedure voor het opladen. U
kunt ook een gedeeltelijk ontladen accu opladen wanneer
u dat wilt, zonder dat dat negatieve gevolgen heeft voor
de accu.
Materiaal met geleidende eigenschappen zoals, maar niet
u
bij uitsluiting, slijpstof, metaalsnippers, staalwol,
aluminiumfolie of een verzameling van metaaldeeltjes
moet uit de openingen van de lader worden
weggehouden. Trek de stekker van de lader uit het
stopcontact voordat u de acculader schoonmaakt.
Bescherm de lader tegen vorst en dompel de lader niet
u
onder in water of een andere vloeistof.
De accu in het gereedschap plaatsen of uit het
gereedschap nemen (Afb. B)
Waarschuwing!
Controleer dat de knop voor vergrendeling
in de uit-stand (2) is ingeschakeld, zodat de schakelaar
niet kan worden bediend, en verwijder of plaats daarna pas
de accu.
Accu plaatsen:
Steek de accu (7) in het gereedschap zodat u de accu
u
hoort vastklikken (Afb. B)
De accu uit het gereedschap nemen (Afb. C)
Druk de accuvrijgaveknop (8) in zoals wordt getoond in
u
(Afb. C) en trek de accu uit het gereedschap.
Bedieningsinstructies
Aan/uit-schakelaar & omkeerknop (Afb. D)
De boormachine wordt in- en uitgeschakeld (ON en OFF)
u
door de aan/uit-schakelaar (1) in te trekken en los te laten.
Hoe verder de aan/uit-schakelaar Wordt ingedrukt,
des te hoger is de snelheid van de boormachine.
De regelknop (2) voor vooruit/achteruit bepaalt de richting
u
waarin het gereedschap werkt en dient ook als knop voor
vergrendeling in de uit-stand.
U kunt de voorwaartse draairichting selecteren door de
u
aan/uit-schakelaar los te laten en de knop vooruit/achteruit
naar links te drukken.
U kunt de draairichting achteruit selecteer een door de
u
regelknop vooruit/achteruit in de tegengestelde richting
te drukken.
Opmerking: In de middenpositie van de regelknop is het
gereedschap vergrendeld in de uit-stand. Wanneer u de stand
van de regelknop wijzigt, is het vooral belangrijk dat u de aan/
uit-schakelaar loslaat.
Regeling van het aanhaalmoment (Afb. E)
Dit gereedschap is voorzien van een stelkraag
aanhaalmoment (3) voor het selecteren van de bedrijfsstand
en voor het instellen van het aanhaalmoment voor het