aandraaien van schroeven. Grote schroeven en bij
werkstukken van hard materiaal is een hogere instelling
van het aanhaalmoment nodig dan bij kleine schroeven en
zachte materialen.
Stel voor het boren in hout, metaal en kunststoffen de
u
kraag op het boorsymbool
Zet voor het in- en uitdraaien van schroeven het symbool
u
op de gewenste instelling. Weet u de juiste instelling nog
niet, ga dan als volgt te werk:
Zet de kraag in de laagste instelling van
u
het aanhaalmoment.
Zet de eerste schroef vast.
u
Als de koppeling ratelt voordat het gewenste resultaat is
u
bereikt, zet de kraag dan op een hogere instelling en ga
door met het vastzetten van de schroef. Herhaal dit tot
u de juiste instelling hebt bereikt. Gebruik deze instelling
voor de rest van de schroeven.
Sleutelloze boorkop (Afb. F)
Waarschuwing! Controleer dat de knop voor vergrendeling
in de uit-stand (2) is ingeschakeld, zodat de schakelaar
niet kan worden bediend, en verwijder of plaats daarna
pas accessoires.
Een boortje of een ander accessoire plaatsen:
Pak het achterste gedeelte van de boorkop (4) met één
u
hand vast en draai met uw andere hand het voorste
gedeelte naar links, gezien vanaf het uiteinde van
de boorkop.
Steek het boortje of een andere accessoire geheel in de
u
boorkop, en zet stevig vast door het achterste gedeelte
van de boorkop vast te houden en het voorste gedeelte
naar rechts te draaien, gezien vanuit het uiteinde van
de boorkop.
Waarschuwing! Probeer niet boortjes (of een ander
accessoire) vast te zetten door het voorste gedeelte van de
boorkop vast te pakken en het gereedschap in te schakelen.
Dit kan schade van de boorkop en persoonlijk letsel tot gevolg
hebben wanneer u accessoires wisselt.
Dubbele overbrenging (Afbeelding G)
Met de functie Dubbele overbrenging van uw boormachine
kunt u een andere vertanding kiezen zodat het gereedschap
veelzijdiger kan worden toegepast. U kunt een instelling met
een lage snelheid, groot aanhaalmoment (stand 1) kiezen
door het gereedschap uit te schakelen en tot stilstand te
laten komen. Schuif de knop (5) voor het wijzigen van de
overbrenging weg van de boorkop.
U kunt een instelling met een hoge snelheid, laag
aanhaalmoment (stand 2) kiezen door het gereedschap uit te
schakelen en tot stilstand te laten komen.
Schuif de knop voor het wijzigen van de overbrenging naar de
boorkop toe.
(Vertaling van de originele instructies)
Opmerking: Wijzig de overbrenging niet wanneer het
gereedschap loopt. Als het u niet lukt de overbrenging te
wijzigen, controleer dan dat de knop voor het wijzigen van
de overbrenging geheel naar voren of geheel naar achteren
is geduwd.
Boren/schroeven draaien
Selecteer rotatie vooruit of achteruit met de schuifknop
u
vooruit/achteruit (2).
U kunt het gereedschap inschakelen door op
u
de schakelaar (1) te drukken. De snelheid van
het gereedschap hangt af van hoe ver u de
schakelaar indrukt.
U kunt het gereedschap uitschakelen door de schakelaar
u
los te laten.
Wenken voor een optimaal gebruik
Boren
Gebruik uitsluitend scherpe boortjes.
u
Ondersteun het werkstuk goed en zet het goed vast,
u
volgens de instructies in de Veiligheidsinstructies.
Gebruik de juiste en vereiste veiligheidsuitrusting, volgens
u
de instructies in de Veiligheidsinstructies.
Beveilig en onderhoud het werkgebied, volgens de
u
instructies in de Veiligheidsinstructies.
Laat de machine heel langzaam draaien, oefen lichte druk
u
uit, tot het gat diep genoeg is en het boortje niet meer weg
kan slippen.
Oefen druk uit in een rechte lijn met het boortje. Oefen
u
voldoende druk uit zodat het boortje blijft ingrijpen
maar niet zoveel dat de motor tot stilstand komt of de
boormachine wegglijdt.
Houd de boor stevig met twee handen vast zodat u de
u
draai-actie kunt controleren.
KLIK DE SCHAKELAAR VAN EEN VASTGELOPEN
u
BOORMACHINE NIET AAN EN UIT IN EEN POGING
DE MACHINE TE STARTEN. DE BOORMACHINE KAN
HIERDOOR BESCHADIGD RAKEN.
Beperk het vastlopen bij het doorboren tot een minimum
u
door de druk te laten afnemen en door het laatste
gedeelte van het gat langzaam te boren.
Laat de motor lopen terwijl u het boortje uit een geboord
u
gat trekt. Dit helpt vastlopen te voorkomen.
Controleer dat u de boormachine met de schakelaar kunt
u
in- en uitschakelen.
Boren in hout
U kunt er gaten in hou boren met dezelfde boortjes die u voor
metaal gebruikt of met een speciale houtboor (speedboor).
Deze boren moeten scherp zijn en moeten tijdens het boren
vaak uit het gat worden getrokken, zodat de spaanders uit de
groeven kunnen ontsnappen.
NEDERLANDS
41