VOORZICHTIG
Gebruik na de behandeling geen antitranspirant of deodorant, om huidirritaties te
voorkomen.
8. REINIGING EN ONDERHOUD
Wij adviseren u het apparaat en met name het lichtvlak
reinigen.
Gebruik voor reiniging geen oplosmiddelen of andere agressieve reinigings- of
schuurmiddelen, omdat die het oppervlak kunnen beschadigen.
Dompel het apparaat of delen van het apparaat nooit onder in water!
1. Haal de netadapter van het apparaat uit het stopcontact voordat u met de reiniging
begint.
2. Reinig de behuizing van het apparaat met een droge, schone reinigingsdoek.
3. Reinig het lichtvlak
met een pluisvrije, licht bevochtigde doek.
9. WAT TE DOEN BIJ PROBLEMEN
'Het apparaat kan niet worden ingeschakeld'
• Controleer of de stekker van de kabel correct in het apparaat is gestoken.
• Controleer of u de netadapter in een stopcontact hebt gestoken.
'Bij het drukken op de activeringstoets
• Zorg ervoor dat het apparaat goed contact maakt met de huid en dat het lichtvlak
en de huidcontactsensor
veiligheidsredenen wordt met de activeringstoets alleen een lichtimpuls verzonden als
de huidcontactsensor
• Als het controlelampje voor huidcontact.
dit dat het huidcontact, dat door de huidcontactsensor
Vergroot het contact met de huid of neem contact op met de klantenservice.
en de huidcontactsensor
1
gelijkmatig en stevig op de huid worden gedrukt. Om
2
volledig contact maakt met de huid.
2
1
voorzichtig
2
wordt geen lichtimpuls verzonden'
6
op het apparaat niet brandt, betekent
5
180
na elke ontharingssessie te
is gemeten, te gering is.
2
1