Nederlands
uw werkstuk vastmaken door het gat in de geleider
en deze zo als spil gebruiken bij het zagen van een
cirkel. (Afb. 12)
OPMERKING:
Het zagen in een cirkel moet zo veel mogelijk gebeuren
met het blad verticaal ten opzichte van het ondervlak
van de voetplaat.
4. Het zagen van metaal
(1) Zet de snelheidsinstelling tussen „3" en „4".
(2) Zet de pendelinstelling op „0" of „I".
(3) Gebruik altijd de juiste zaagvloeistof (zaagolie, sop
enz.). Wanneer u geen zaagvloeistof heeft, kunt u vet
aanbrengen op de achterzijde van het te zagen
materiaal.
5. Het zagen van gaten
(1) In bestekhout
De zaagrichting in één lijn brengen met de richting van
de houtvezel. Men zaagt stap voor stap, tot er in het
midden van het hout een venster ontstaan is. (Afb. 13)
(2) In overige materialen
Bij het zagen van een venster in ander materiaal dan
hout boort men eerst met een boormachine of
soortgelijk gereedschap een gat voor, van waaruit
men begint te zagen.
6. Verstekzagen
De voetplaat kan naar beide zijden maximaal 45°
kantelen zodat u onder een hoek kunt zagen. (Afb. 14)
(1) Draai de bout van de voetplaat los met de inbussleutel
die zich op de voetplaat bevindt en doe de voetplaat
helemaal naar voren. (Afb. 9, 10)
(2) Breng de gewenste hoek op de schaal (van 0 t/m 45
graden in stappen van 15 graden) op het
halfcirkelvormige deel van de voetplaat in lijn met het
[ ] merkteken op de behuizing. (Afb. 15)
(3) Draai de M5 bout weer vast. (Afb. 9)
(4) Zet de pendelinstelling op „0".
OPMERKING:
U kunt niet onder een hoek zagen wanneer de
spaankast of de stofkap is bevestigd.
AANSLUITING OP DE REINIGER
Door een reiniger (los verkrijgbaar) te gebruiken via de
stofzak en de adapter (los verkrijgbaar) kan het meeste
zaagsel en stof worden verzameld.
(1) Haal de inbussleutel van de voetplaat.
(2) Doe de voetplaat helemaal naar voren. (Afb. 9, 10)
(3) Bevestig de spaankast.
(4) Sluit de stofzak en de adapter aan. (Afb. 16)
(5) Sluit de adapter aan op de neus van de reiniger. (Afb. 16)
(6) Doe de stofzak in het gat aan de achterkant tot de haak
in de inkeping valt. (Afb. 17)
(7) Druk de haak in om de stofzak te kunnen verwijderen.
NB:
Draag een stofmasker, wanneer beschikbaar.
BETREFFENDE HET ZAGEN VAN ROESTVRIJE
STAALPLATEN
LET OP:
Om te voorkomen dat het blad loskomt en dat de plunjer
beschadigd raakt of te snel verslijt, moet u ervoor zorgen
dat het oppervlak van de basisplaat het werkstuk raakt
terwijl u aan het zagen bent.
Bij het zagen van roestvrije staalplaten, diet u het apparaat
in te stellen, zoals hieronder beschreven staat:
33
1. Instellen van de snelheid
Zaag-
Dikte van het
bladen
materiaal
Nr. 97
1,5 – 2,5 mm
OPMERKING:
Het aflezen van de wijzerschaal dient alleen voor
referentie. Naarmate de snelheid, hoger is, wordt het
materiaal sneller gezaagd. De levensduur van het
zaaglad wordt hierdoor echter wel verkort. Wanneer
de zaagsnelheid te laag is, duurt het zagen langer,
maar de levensduur van het zaagblad wordt hierdoor
verlengd. Maak de instellingen naar eigen voorkeur.
2. Zet de draai-positie op „0"
OPMERKING:
Gebruik tijdens het zagen zaagvloeistof (zaagvloeistof
op oliebasis) om de levensduur van het zaagblad te
verlengen.
KEUZE VAN DE ZAAGBLADEN
Standaard toebehoren
Om een maximaal prestatievermogen en goede
resultaten te bereiken is het erg belangrijk het juiste
zaagblad te kiezen, dat het beste geschikt is voor de
soort en dikte van het te zagen materiaal. Drie soorten
zaagbladen worden als standaard toebehoren
bijgeleverd. Het nummer van het zaagblad is in de
nabijheid van de houder van elk zaagblad
ingegraveerd. Het geschikte zaagblad wordt aan de
hand van Table. 1 gekozen.
OPBERGEN VAN DE INBUSSLEUTEL
De inbussleutel kan opgeborgen worden in de zaagtafel
(zie Afb. 18).
ONDERHOUD EN INSPICTIE
1. Inspectie van de zaagbladen
Het verder gebruiken van stompe of beschadigde
zaagbladen leid tot een verminderde zaagmoet
worden prestatie en kan een overbelasting van de
motor veroorzaken. Het zaagblad vernieuwd, wanneer
een bovenmatige slijtage vastgesteld wordt.
2. Inspectie van de bevestigingsschroef
Alle bevestigingsschroeven worden regelmatig
geinspecteerd en gecontroleerd of zij juist
aangedraaid zijn. Wanneer één van de schroeven
losraakt, dan moet deze onmiddellijk opnieuw
aangedraaid worden. Gebeurt dat niet, dan kan dat
tot aanzienlijke gevaren leiden.
3. Onderhoud van de motor
De motorwikkeling is het „hart" van het electrische
gereedschap. Er moet daarom bijzonder zorgvuldig
op gelet worden, dat de wikkeling niet beschadigd en/
of met olie of water bevochtigd wordt.
4. Inspecteren van de koolborstels
Met het oog op uw veiligheid en om elektrische
schokken te voorkomen, mag inspectie en vervanging
van de koolborstels ALLEEN uitgevoerd worden door
een ERKEND HiKOKI SERVICE-CENTRUM.
Wijzerschaal
Midderlste proefstand
tusen de schalen „2"
en „3"