Voorafgaand aan het gebruik
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het gereedschap is
losgekoppeld van de voeding alvorens accessoires aan te brengen
of te vervangen, of alvorens aanpassingen door te voeren.
Plaatsen van kraag en freesbit
WAARSCHUWING: Draag beschermende handschoenen
wanneer u freesbits aanbrengt of verwijdert; de bits hebben zeer
scherpe randen.
WAARSCHUWING: Gebruik steeds frezen en bits met de
correcte schachtdiameter voor de geselecteerde kraaggrootte.
Opmerking: Het is het gemakkelijkst om een frees aan te brengen
alvorens de freesmachine op een basis wordt gemonteerd; het is
echter mogelijk om het freesbit (niet meegeleverd) te vervangen
wanneer de machine op een basis is gemonteerd.
Zie Fig. I
1. Druk de asvergrendelknop (16) in en roteer vervolgens de
kraagmoer (17) tot de asvergrendeling vastklikt.
2. Los de kraagmoer met behulp van de meegeleverde sleutel (2),
indien nodig, en verwijder de kraagmoer.
3. Zorg ervoor dat de juiste kraagmaat gekozen is die is afgestemd
op het vereiste freesbit (48), en plaats vervolgens de kraag in de
naaf, en monteer vervolgens opnieuw de kraagmoer
4. Wanneer de correcte kraag en de kraagmoer zijn aangebracht
maar gelost zijn, plaatst u het freesbit in de kraag, waarbij u er
zeker van dient te zijn dat ten minste de helft van de schacht
van het freesbit zich in de kraag bevindt
5. Span de kraagmoer aan met behulp van de sleutel, waarbij u er
zeker van dient te zijn de het freesbit een speling van 1-2 mm
vertoont ten opzichte van de kraag, en aanligt tegen de kraag
of de kraagmoer; trillingen van de kraag kunnen overgedragen
worden naar de kraagmoer waardoor deze los kan komen.
WAARSCHUWING: Span de kraagmoer NIET overmatig aan!
Dit kan de kraag, de kraagmoer, de externe schroefdraad en de
asvergrendeling beschadigen.
Opmerking: Span de kraagmoer niet aan zonder dat er
een freesbit is aangebracht. Dit kan de kraag verwringen en
beschadigen. Houd de kraagmoer gedeeltelijk ingeschroefd tot
er een freesbit is aangebracht. Let op de veer in de naaf die een
druk blijft uitoefenen op de kraag tegen de kraagmoer. Wanneer
de kraag wordt aangebracht, is een lichte druk vereist wanneer de
kraagmoer op de naafschroefdraad wordt gedraaid.
6. Om een freesbit te verwijderen, activeert u de asvergrendeling
door de asvergrendelknop in te drukken, en lost u vervolgens
de kraagmoer met behulp van de sleutel
7. Wanneer de kraagmoer voldoende is gelost, kan het freesbit
verwijderd worden.
WAARSCHUWING: Houd de kraag, de kraagmoer, de
naafschroefdraad, en de schacht van het freesbit TE ALLEN TIJDE
schoon en vrij van olie en vet, om zeker te zijn dat er sprake is van
een veilige en betrouwbare fitting.
Monteren op freesbasis
Opmerking: Wanneer de freesmachine (1) op de trimmerbasis (8)
is gemonteerd, verwijdert u de trimmerbasis alvorens te trachten
om de freesmachine op de freesbasis (9) te monteren.
817698_OwnerManual.indd 29
817698_OwnerManual.indd 29
1. Vergewis u ervan dat de vergendelknop (28) van de freesbasis
is uitgeschroefd zodat de schroef niet in de basis steekt
2. Lijn de freesmachine (1) zodanig uit dat het bevestigingsgat
(18) zich rechtstreeks boven de vergrendelknop van de
freesbasis bevindt (Fig. II)
3. Plaats de freesmachine in de opname in de freesbasis
4. Draai de vergrendelknop van de freesbasis vast (Fig. II) om de
freesmachine in de freesbasis vast te zetten
Stofafvoer
BELANGRIJK: Het stof van bepaalde materialen kan
toxisch zijn. Alvorens u de freesmachine (1) gebruikt, dient
u een stofafvoersysteem of een stofzuiger aan te sluiten
op de stofafvoerpoort (19) (Fig. III) die is voorzien op de
freesbasis (9), en dient u STEEDS gebruik te maken van een
ademhalingsbeschermingssysteem. Indien er in de werkplaats
geen stofafvoersysteem aanwezig is dient u tijdens het gebruik
van de freesbasis regelmatig schoon te maken en te stofzuigen
om het accumuleren van stof en materiaalspanen en -krullen te
voorkomen.
Opmerking: De stofafvoerpoort kan verwijderd worden indien
dat nodig is, door de twee verbindingsschroeven (34) ervan los te
maken dit zorgt voor een betere toegang om moeilijk te bereiken
plekken van de freesbasis schoon te kunnen maken.
Snijdiepte instellen
Er zijn twee manieren om de snijdiepte in te stellen:
• Vrije insteek, voor een conventionele en snelle wijziging van de
snijdiepte
• Micro-instelling, voor een nauwkeurige instelling van de
snij-diepte over het volledige freesbereik
Vrije insteek
1. Wanneer een geselecteerd freesbit (48) is aangebracht en de
freesmachine (1) is gemonteerd op de freesbasis (9), lost u de
hefboom (24) voor de insteekvergendeling (Fig. IV)
2. Met behulp van de handvaten (22) beweegt u de freesmachine
omlaag tot op de gewenste insteekdiepte
3. Span de hefboom aan om de freesmachine op de gewenste
diepte vast te zetten
Micro-instelling
1. Wanneer een geselecteerd freesbit (48) is aangebracht en de
freesmachine (1) is gemonteerd op de freesbasis (9), lost u de
hefboom (24) voor de insteekvergendeling (Fig. IV)
2. Verdraai de microschroef (20) tot het freesbit zich op de
gewenste diepte bevindt
Opmerking: Draai in wijzerzin om de snijdiepte op te drijven, en
in tegenwijzerzin om de snijdiepte te verkleinen. Een volledige
omwenteling van de microschroef komt overeen met een wijziging
van de diepte van 1,5 mm (
⁄
"). De micro-instellingsgeleiding
1
1 6
(21) kan gebruikt worden om een referentiepunt in te stellen voor
het bepalen van een volledige omwenteling.
3. Span de hefboom voor de insteekvergendeling aan wanneer de
freesmachine de gewenste diepte heeft bereikt, met name voor
zware snijbewerkingen
Diepteaanslag en -geleiding
• De vergrendeling voor de diepteaanslag (29) en de geleiding
(31) maken een nauwkeurige voorinstelling mogelijk van drie
verschillende snijdiepten, telkens met een stap van 5 mm (
(Fig. IV)
NL
EN
⁄
3
")
6 4
29
29
11/11/2022 10:25
11/11/2022 10:25