Installeren/Verbinden
Onderdelenlijst voor het installeren
(A) Sierplaat (×1)
(B) Bevestigingshuls (×1)
(C) Bedradingsbundel (×1)
(D) Verwijdersleutel (×2)
(E) Schroef met platte kop
(F) Ronde kopschroef
M5 × 8 mm (×8)
Basisprocedure
1 Haal de sleutel uit het contactslot en ontkoppel vervolgens de
aansluiting van de auto-accu.
2 Verbind de draden juist.
Zie "Verbinden van draden" op pagina 40.
3 Installeer het toestel in de auto.
Zie "Installeren van het toestel (in-dashboard montage)".
4 Verbind de
aansluiting van de auto-accu.
5 Druk op SOURCE B om het toestel in te schakelen.
6 Stel het toestel terug. (Pagina 4)
Installeren van het toestel (in-dashboard montage)
Sluit als vereist aan. (Pagina 40)
M5 × 8 mm (×8)
Installeren van het toestel (zonder
bevestigingshuls)
1 Verwijder de bevestigingshuls en sierplaat van het toestel.
2 Breng de gaten in het apparaat (beide kanten) in lijn met
de bevestigingsbeugel van de auto en zet het apparaat met
schroeven (bijgeleverd) vast.
Gebruik alleen de gespecificeerde schroeven. Het gebruik van
verkeerde schroeven kan het toestel beschadigen.
Dashboard van uw auto
Buig de geschikte lipjes om de bevestigingshuls
goed op zijn plaats vast te zetten.
Verwijderen van het toestel
1 Haak de aanslagpen op de verwijdersleutels in de gaten
aan beide kanten van de sierplaat en trek naar u toe.
2 Steek de verwijdersleutels diep in de uitsparingen
aan iedere kant en volg dan de pijlaanduidingen zoals
hieronder afgebeeld.
NEDERLANDS
39