INBEDRIJFSTELLING
10.3.2 Kabeldiameter
Aansluitingsbedrading
Minimale aanbevolen grootte voor draden:
Model
Netvoeding
Alle binnenunits
1~ 230V 50Hz
RAS-(4-6)HVNC1E
RAS-(4-6)HNC1E
3N~ 400V 50Hz
?
O P M E R K I N G
•
Volg de lokale voorschriften en richtlijnen bij het kiezen van kabels,
zekeringautomaten en aardlekschakelaars.
•
Gebruik bedrading die niet lichter is dan het gebruikelijke met
polychloropreen beklede flexibele snoer (code H05RN-F).
11 INBEDRIJFSTELLING
Wanneer de installatie is voltooid, laat u het systeem volgens
de hierna beschreven procedure proefdraaien en overhandigt u
het systeem aan de klant. Laat de binnenunits één voor één op
volgorde proefdraaien en controleer of de elektrische bedrading
en de koudemiddelleidingen correct zijn aangesloten.
!
L E T O P
Gebruik het systeem pas nadat alle controlepunten zijn afgewerkt:
•
Controleer of de elektrische weerstand groter is dan 1MΩ door de
weerstand te meten tussen de aarde en de klem van de elektrische
onderdelen. Gebruik het systeem niet voordat eventuele elektrische
lekken zijn opgespoord en verholpen. Druk de spanning op de
klemmen niet af voor transmissie 1 en 2.
•
Controleer of de afsluiters van de buitenunit volledig zijn geopend en
start vervolgens het systeem.
•
Controleer of de schakelaar van de hoofdvoedingsbron minimaal 12
uur AAN staat, zodat de compressorolie kan zijn verwarmd door het
verwarmingselement voor de olie.
Let op het volgende terwijl het systeem werkt:
•
Raak geen onderdelen aan de zijde van de uitlaatgassen aan met
uw hand. De compressorkamer en de leidingen aan de uitlaatzijde
bereiken een temperatuur van meer dan 90ºC.
•
DRUK NIET OP DE KNOP VAN DE MAGNEETSCHAKELAAR(S), dit
veroorzaakt ernstige ongelukken.
•
Raak geen elektrische onderdelen aan binnen drie minuten nadat u
de hoofdschakelaar hebt uitgezet.
•
Controleer of de sluitventielen van de gasleiding en de vloeistofleiding
volledig zijn geopend.
•
Controleer of er geen koudemiddel lekt. De opgetrompte moeren
raken soms los door trillingen tijdens het transport.
•
Controleer of de koudemiddelleidingen en de elektrische bedrading
overeenkomen met hetzelfde systeem.
•
Controleer of de DIP-switches op de printplaat van de binnen- en
buitenunits correct zijn ingesteld.
•
Controleer of de elektrische bedrading van de binnen- en buitenunits
is aangesloten zoals wordt afgebeeld in het hoofdstuk "10 Elektrische
bedrading".
143
PMML0395B rev.3 - 05/2019
Diameter van
Diameter
voedingska-
transmis-
bel
siekabel
EN60 335-1
EN60 335-1
0,75 mm²
6,0 mm
0,75 mm²
2
4 mm
2
Beveiliging met hoofdschakelaar
Kies de hoofdschakelaars met behulp van de volgende tabel:
Model
Netvoeding
Alle
1~ 230V 50Hz
binnenunits
ELB: Aardeschakelaar; CB: Zekeringautomaat
Buitenunit
MC (A)
RAS-4HVNC1E
28,5
RAS-5HVNC1E
28,5
RAS-6HVNC1E
28,5
RAS-4HNC1E
15,5
RAS-5HNC1E
15,5
RAS-6HNC1E
15,5
!
L E T O P
Controleer of de elektrische onderdelen die u apart hebt aangeschaft
(hoofdschakelaars, zekeringautomaten, kabels, geleidingsaansluitingen
en draadklemmen) overeenkomen met de vermelde elektrische gegevens
in de technische catalogus van de unit. Controleer ook of de onderdelen
voldoen aan de nationale en lokale voorschriften.
?
O P M E R K I N G
•
Voor dubbele, drievoudige en viervoudige toepassing, controleer
tijdens het proefdraaien de temperatuur van de uitlaatlucht voor de
binnenunit. Als er een groot temperatuurverschil is, ongeveer 10
graden of meer (koeling) 20 graden of meer (verwarming), controleer
de koelmiddelleidingen opnieuw; er zijn mogelijk problemen
opgetreden tijdens de installatie.
•
Voor de jaarlijkse, optionele koelfunctie, verwijder JP1 en zet de
DSW6-1 op OFF (afzonderlijke bediening is niet beschikbaar in de
jaarlijkse koelmodus).
Max.
CB
ELB
stroom
(A)
(aantal polen/A/mA)
(A)
5,0
6
2/40/30
CB (A)
ELB
32
32
2/40/30
32
20
20
4/40/30
20