De haak aanbrengen
WAARSCHUWING:
bevestigingsmiddelen alleen waarvoor ze bedoeld
zijn, d.w.z. ophangen aan een gereedschapsgor-
del tussen werkzaamheden of tijdens pauzes.
WAARSCHUWING:
haak niet overbelast wordt aangezien een te hoge
kracht of onregelmatige overbelasting kan leiden
tot beschadiging van het gereedschap met per-
soonlijk letsel tot gevolg.
LET OP:
Als u de haak aanbrengt, bevestigt u
deze altijd stevig met de schroef. Als u dit niet doet,
kan de haak losraken en tot persoonlijk letsel leiden.
LET OP:
Verzeker u ervan dat het gereed-
schap veilig hangt voordat u het loslaat. Door
onzorgvuldig of ongebalanceerd ophangen kan het
gereedschap eraf vallen en persoonlijk letsel worden
veroorzaakt.
► Fig.9: 1. Gleuf 2. Haak 3. Schroef
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk op
te hangen. De haak kan aan iedere zijkant van het
gereedschap worden bevestigd. Om de haak te beves-
tigen, steekt u deze in een gleuf op een zijkant en zet
u hem vast met de schroef. Om de haak eraf te halen,
draait u de schroef los en haalt u de haak eraf.
Het gat gebruiken
WAARSCHUWING:
nooit voor iets waar het niet voor bedoeld is,
bijvoorbeeld om het gereedschap mee vast te
binden op een hoge plaats. Stuikdruk in een zwaar
belast gat kan het gat beschadigen, waardoor letsel
kan ontstaan bij u of mensen rondom of onder u.
► Fig.10: 1. Ophanggat
Gebruik het ophanggat achteraan de onderkant van het
gereedschap om het gereedschap aan een muur te han-
gen met behulp van een ophangkoord of soortgelijk touw.
BEDIENING
LET OP:
Druk de accu altijd stevig aan totdat
die op zijn plaats vastklikt. Wanneer het rode deel
aan de bovenkant van de knop nog zichtbaar is, zit de
accu er nog niet helemaal in. Schuif hem er helemaal
in totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als u
dit nalaat, zou de accu uit het gereedschap kunnen
vallen en uzelf of anderen kunnen verwonden.
► Fig.11
Houd het gereedschap stevig vast en plaats de slagdop
over de bout of moer. Schakel het gereedschap in en
draai vast gedurende de juiste aandraaitijd.
Het juiste aandraaimoment kan verschillen afhankelijk van het
soort en de maat van de bout, het materiaal van het te bevesti-
gen werkstuk, enz. De verhouding tussen het aandraaimoment
en de aandraaitijd is aangegeven in de grafieken.
Gebruik de opgang-/
Wees voorzichtig dat de
Gebruik het ophanggat
Juiste aandraaimoment voor een standaardbout
N•m
(kgf•cm)
180
(1840)
160
(1630)
140
(1430)
120
(1220)
2
100
(1020)
80
(820)
60
(610)
40
(410)
20
(200)
0
1. Aandraaitijd (seconden) 2. Aandraaimoment
Juiste aandraaimoment voor een bout met hoge
trekvastheid
N•m
(kgf•cm)
180
(1840)
160
(1630)
140
(1430)
120
(1220)
2
100
(1020)
80
(820)
60
(610)
40
(410)
20
(200)
0
1. Aandraaitijd (seconden) 2. Aandraaimoment
38 NEDERLANDS
M16
M14
M16
M12
M14
M10
M12
M8
M10
1
2
1
M12
M12
M10
M8
M10
M8
1
2
3
1
M8
3