5
Installatie van het apparaat
5.3 Wandmontage
• De wand moet vlak en recht zijn en voldoende
draagkracht hebben.
• De diepte van de boorgaten moet overeenkomen
met de lengte van de bouten.
• De meegeleverde bouten en deuvels zijn ge-
schikt voor gemetselde muren. Voor ander
bouwmateriaal (bv. gipsplaat, plaat, poreus
beton) moeten geschikte bevestigingsdonsels
en moeren worden gebruikt.
(Afbeelding 7)
OPGELET: Controleer voor het boren
A
of er geen stroom-, gas- of waterlei-
dingen in de nabijheid van de boor-
locaties liggen.
Trek een middellijn vanaf het plafond loodrecht op
de onderrand van de kap (Afbeelding 7).
Bevestig het montageschema aan de muur. Neem
voor de punten A en B de maximale afmetingen
van de kap als referentie, en de boorpunten A en
B heeft u gemarkeerd met Ø6 mm boor, en tik op
Ø6 mm kunststof wandpluggen. Monteer de rook-
gasaansluitplaat aan de wand met 2 stuks 3.9x22
schroeven (Afbeelding 8).
Afzuigkap / Gebruikershandleiding
F
4x
Ø10m m
Voor de montage van de kapbehuizing worden de
in het installatiesjabloon aangegeven boorpun-
ten C,D,E,F met een boor van Ø10 mm en een
kunststof plug Ø10 mm naar deze punten getapt
(Afbeelding 8).
Installeer 2 stuks 5,5x60 montageschroeven op
de punten C en D met een vrije ruimte van 5 mm
tussen de schroefkop en de wand. (Afbeelding 8).
(Afbeelding 8)
Installeer twee ophangplaatjes op de carrosse-
rie van de kap met M5x35 montageschroeven
(Afbeelding 8).
(Afbeelding 9)
Houd de afzuigkap bij de romp vast en plaats deze
op de bevestigingsschroeven aan de wand en
draai de schroeven vast (Afbeelding 9).
125 / NL