Gasstoringen
Gasstoringen worden veroorzaakt door een te hoge
of te lage druk van de gasstroom of een te hoge tegendruk
vanuit de slang.
Controleer of de druk van de gasstroom hoger is dan 2 bar of
5 l/min en lager dan 6 bar of 27 l/min.
De gasstoringsfunctie kan worden uitgeschakeld door de
handmatige gasstroom op 27 l/min te zetten.
U kunt gasstoringen annuleren door twee keer op de knop
te drukken.
Paneelvergrendeling
Tekst wordt weergegeven wanneer paneel-
vergrendeling is geactiveerd in het gebruikersmenu (zie
sectie 'gebruikersmenu').
Foutsymbolen
De indicator naast het icoon licht op wanneer er zich
andere typen fouten voordoen. Tegelijk wordt het
foutsymbool in het display getoond.
Geselecteerde foutcodes:
(De foutcode kan gereset worden door de MMA-knop in te
drukken).
Toorts koelfout
Koelfout wordt getoond wanneer er geen
circulatie is van de koelvloeistof, wat te wijten kan zijn aan
verkeerde aansluiting of een verstopping.
Controleer of de slangen goed zijn aangesloten, de dop op
de watertank aanwezig is, en controleer de lastoorts e.d.
Netvoedingsfout
Het icoon wordt getoond wanneer de
netspanning te hoog is. E04-01 wordt weergegeven als de
aansluitspanning te laag is.
Sluit de lasmachine aan op 400V AC, +/-15% 50-60Hz.
ANDERE TYPEN FOUTEN
Indien er andere typen foutsymbolen in het display getoond
worden, moet de machine uitgeschakeld worden om het
symbool te verwijderen.
Als het foutsymbool herhaaldelijk getoond wordt, is reparatie
van de stroombron noodzakelijk. Neem voor informatie over
de fout contact op met uw leverancier.
TIG lassen
TIG lassen
De parameters kunnen worden aangepast met de
besturingsknop, nadat zij op het display zijn
weergegeven. Druk de knop in om de parameter te
selecteren. De relevante LED zal oplichten.
Gasvoorstroomtijd [s]
Gasvoorstroomtijd is de tijdsperiode
waarin gas stroomt, nadat de
toortsschakelaar is ingedrukt en voor de HF
boog tot stand gekomen is of tot de toorts van
het werkstuk gehaald wordt bij het LIFTIG
proces. Variabel 0-10 sec.
Start Amp [A%]
Meteen nadat de lasboog tot stand is
gekomen, stuurt de machine de
lasstroom naar de waarde, ingesteld bij de Start
Amp parameter. Start Amp wordt ingesteld als
percentage van de vereiste lasstroom en is
variabel tussen 1-200% van de lasstroom. Let op
dat de waarde hoger dan 100% een Start Amp
hoger dan de lasstroom kan geven.
Upslope [s]
Wanneer de lasboog eenmaal
ontstoken is, zal het lasproces
overgaan in de upslope fase, waarin de
lasstroom lineair toeneemt van de waarde,
ingesteld in Start Amp tot de gewenste
lasstroomwaarde. De tijdsduur van deze up-
slopetijd is variabel tussen 0-20 sec. in stappen
van 0.1 sec.
Tweede stroomniveau
Aan te passen van 10 tot 200% van de
lasstroom. Wordt geactiveerd in 4-takt
stand enkel door de toortsschakelaar kort in te
drukken en snel los te laten. Let op dat waarden
hoger dan 100% een tweede stroomwaarde
hoger dan de lasstroom kan geven.
Downslope [s]
Wanneer de lasboog eenmaal gestopt
is door de toortsschakelaar te
activeren, gaat de machine naar de
downslopefase. Gedurende deze fase wordt de
lasstroom gereduceerd naar de eindstroom,
deze downslope-tijd is trappenloos in te stellen
van 0-20 seconden in stappen van 0,1 sec.
Eindstroom [A%]
De downslopefase is beëindigd
wanneer het stroomniveau gedaald is
tot het niveau ingesteld in de eindstroomwaarde.
In 4-takt is het mogelijk om de eindstroomfunctie
aan te houden tot de schakelaar wordt
losgelaten. Eindstroom wordt ingesteld als
percentage van de gewenste lasstroom en is
trappenloos in te stellen tussen 10-90% van de
lasstroom.
57