Nederlands
302
8 Open de afsluitdop op het schoonwaterreservoir.
9 Vul het schoonwaterreservoir met koud of lauw kraanwater tot minimaal de
AUTOCLEAN-aanduiding.
Let op: Het kraanwater dat in het schoonwaterreservoir wordt
gegoten mag niet warmer zijn dan 50 °C.
Let op: Gebruik geen wasmiddel voor de AUTOCLEAN aangezien dit
tot overmatige schuimvorming kan leiden.
10 Sluit de vulopening van het schoonwaterreservoir met de afsluitdop.
11 Plaats het schoonwaterreservoir terug in het apparaat.