Meetbereik Resolutie
0 - 4,00 A
10 mA
4,00 - 40,00 A
10 mA
40,0 - 200,0 A
100 mA
200,0 - 300,0 A 100 mA
*
meetbereik ≥ 0,1 A
7.7 Maximum Hold
De nauwkeurigheid van de meting van de MAX-Hold weergave is gelijk aan
de aangegeven nauwkeurigheid in % + 10 digits voor het eerstvolgende meet-
bereik. Bij een sprong naar het weer daarop volgende meetbereik wordt de
afwijking verder verhoogd naar + 20 digits etc. (Bijvoorbeeld: uitgangswaarde
100 mV - 120 V = + 30 digits). Bij weerstandsmeting is alleen een MAX-Hold
weergave mogelijk in het bereik 400 Ω tot 400 kΩ.
8.
Meten met de BENNING CM 2
8.1 Voorbereiden van metingen
-
Gebruik en bewaar de BENNING CM 2 uitsluitend bij de aangegeven werk-
en opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
-
Controleer de gegevens op de veiligheidsmeetsnoeren ten aanzien van
nominale spanning en stroom. Origineel met de BENNING CM 2 meegele-
verde snoersets voldoen aan de te stellen eisen.
-
Controleer de isolatie van de veiligheidsmeetsnoeren en de meetpennen.
Beschadigde meetsnoeren direct verwijderen.
-
Veiligheidsmeetsnoeren testen op correcte doorgang. Indien de ader in het
snoer onderbroken is, het meetsnoer en/of meetpen direct verwijderen.
-
Voor dat met de schuifschakelaar of met de functietoets een andere functie
gekozen wordt, dienen de meetsnoeren van de meetpunten te worden
afgenomen.
-
Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING CM 2 kunnen leiden tot
instabiele aanduiding en/ of meetfouten.
8.2 Spanningsmeting
Let op de maximale spanning t.o.v. aarde.
Gevaarlijke spanning!
De hoogste spanning die aan de contactbussen
-
COM-bus , zwart
-
bus voor V, Ω (positief) , rood, voor het meten van spanningen, weerstan-
den en doorgangstest,
van de multimeter BENNING CM 2 ligt t.o.v. aarde, mag maximaal 600 V
bedragen.
-
Met schuifschakelaar en de functietoets van de BENNING CM 2 de
gewenste instelling kiezen
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-kontaktbus van
de BENNING CM 2.
-
De rode meetpen inpluggen in de contactbus V, Ω, van de BENNING CM 2
-
Leg de veiligheidsmeetsnoeren met de rode meetpen aan de meetpun-
ten aan het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING CM 2.
Opmerking:
In het lage spanningsbereik zal bij een open circuit de „000 V" aanduiding moge-
lijk niet in het display verschijnen. Door de meetpennen even kort te sluiten kunt
u de goede werking van het apparaat controleren.
Zie fig. 2:
Zie fig. 3:
05/ 2015
Nauwkeurigheid v.d. meting
± (1,0 % meetwaarde + 5 digits)*
bij 50 Hz - 60 Hz
± (2,0 % meetwaarde + 7 digits)*
bij 40 Hz - 1 kHz
± (1,5 % meetwaarde + 3 digits)*
bij 50 Hz - 60 Hz
± (2,5 % meetwaarde + 5 digits)*
bij 40 Hz - 1 kHz
± (1,5 % meetwaarde + 3 digits)
bij 50 Hz - 60 Hz
± (2,5 % meetwaarde + 5 digits)
bij 40 Hz - 1 kHz
± (3,0 % meetwaarde + 3 digits)
bij 50 Hz - 50 Hz
± (5,0 % meetwaarde + 5 digits)
bij 40 Hz - 1 kHz
meten van gelijkspanning.
meten van wisselspanning.
BENNING CM 2
Beveiliging tegen
overbelasting
400 A
400 A
400 A
400 A
72