declinatieas los en breng de Poolster in het
midden van het gezichtsveld van het oculair.
Draai de klem daarna weer goed vast. Het
driebenige statief mag nu niet meer worden
bewogen of versteld, omdat de hele instelling
anders voor niets is geweest.
De telescoop is nu correct uitgericht. Deze
procedure is nodig, zodat je de baan van de
hemellichamen later kunt volgen.
6. Volg- c.q. observatiestand
Maak de verticale klem (8) los en kantel de
telescoop-tubus 90° neerwaarts.
Maak de horizontale klem (33) los en draai
de telescoop 180° naar rechts of links, tot
de lens van het objectief in de richting van de
hemel wijst.
Draai alle klemmen weer goed vast aan, zodat
de flexibele as een object kan volgen.
Het met de hand bewegen van de uuras
(rechte klimmingsas, r.k.-as) over de flexibele
as (26) compenseert de draaiïng van de aar-
de, zodat het gepositioneerde object steeds
in het gezichtsveld van het oculair blijft.
Wanneer je naar een ander object wilt gaan,
maak je de klemmen los, draait de tubus in
de juiste richting en draait de klemmen weer
46
vast. De flexibele assen zorgen nog steeds
voor de fijnafstelling (14, 15) (afb. 1).
7. Zoeker
De telescoop is nu grof uitgericht en inge-
steld.
Om een prettige observatiestand te krijgen,
maak je voorzichtig de schroef van de tubus-
ring los (8) (afb. 1), zodat je de telescoop-
tubus kunt draaien. Breng het oculair en de
zoeker in een stand die voor jouw prettig is.
De zoeker zorgt nu voor de fijnafstelling. Kijk
door de zoeker (2) en probeer bijv. de Pools-
ter (afb. 16) midden in het draadkruis van de
zoeker te brengen (afb. 17). Bij een exacte in-
stelling kun je met de as van de uuras (26) en
met de as van de declinatieas (27) werken.
8. Waarneming
Nadat je de Poolster in de zoeker hebt inge-
steld, zul je, als je nu door het oculair kijkt, de
Poolster in de telescoop kunnen zien.
1^
1&
Eventueel kun je nu met behulp van de fle-
xibele assen de telescoop beter op de ster
uitrichten en het beeld scherper stellen met
de scherpteregeling (7) (afb. 1).
Bovendien kun je nu door van oculair te wis-
selen (met een kleinere brandpuntsafstand)
een hogere vergroting instellen. Je zult zien
dat de vergroting van de sterren nauwelijks
waarneembaar is.
TIP:
De oculairen zijn die delen van het lenzensys-
teem die naar het oog toe gericht zijn. Met het
oculair wordt het in het brandpunt van het ob-
jectief optredende beeld opgenomen, d.w.z.
zichtbaar gemaakt en nog eens uitvergroot.
Er zijn oculairen met verschillende brandpunt-
safstanden nodig om verschillende vergrotin-
gen te realiseren. Begin elke observatie met
NL