3. Sluit het ene uiteinde van de zwarte accukabel
aan op de NEGATIEVE (-) accupool (C) van de
opgeladen accu.
4. Sluit het andere uiteinde van de zwarte accukabel
aan op een CHASSISMASSA (D), uit de buurt van
de brandstoftank en de accu.
Startkabels verwijderen
Let op:
Verwijder de startkabels in omgekeerde
volgorde van aanbrengen.
1. Verwijder de ZWARTE kabel van het chassis.
2. Verwijder de ZWARTE kabel van de volledig
opgeladen accu.
3. Verwijder de RODE kabel van de 2 accu's.
Maaidek
Het maaidek verwijderen en monteren
Let op:
Als een ander accessoire dan het
maaidek wordt gebruikt, moeten de voorste stang
en achterste hefstangen van het product worden
verwijderd. Ook moet de veer van de koppelingskabel
in de kabelgeleider aan de voorkant van het onderste
dashboard worden geplaatst.
1. Ontkoppel het maaidek. Zie
inschakelen en ontkoppelen op pagina 144 .
2. Stop het product. Zie
143 .
3. Zet het maaidek in de laagste maaistand.
4. Verwijder de aandrijfriem van de koppelingspoelie
(A).
B
H
C
J
D
I
J
5. Verwijder de koppelingskabel (B), druk de lip (C) in
en verwijder de koppelingskabel uit de steun.
1701 - 009 - 14.07.2023
Het maaidek
Product stoppen op pagina
G
A
F
G
E
H
6. Verwijder voorzichtig de veer (D) van de
koppelingskabel van de geleiderolarm (E).
7. Maak de voorste stang (F) los van het maaidek en
verwijder de borgveer en ring.
8. Verwijder de klemmen (G) en koppel de
ophangarmen (H) los van de chassispennen.
9. Koppel de achterste hefstangen (I) los van de
achterste steunen (J) van het maaidek aan beide
zijden van het maaidek.
10. Verwijder het maaidek van het product.
11. Bevestig het maaidek in omgekeerde volgorde. De
zijuitworp moet zich aan de rechterkant van het
product bevinden.
Let op:
stand staan voordat u het maaidek onder het product
beweegt.
De uitlijning van het maaidek afstellen
Maaidek visueel afstellen in de breedte
Als de maaihoogte aan de linker- en rechterkant van
het product niet gelijk is, kan de maaihoogte worden
afgesteld. Stel de maaihoogte af aan de kant met de
lagere maaihoogte.
1. Controleer of de banden de juiste spanning hebben.
2. Parkeer het product op een vlakke ondergrond.
3. Ga naar de kant van het maaidek met de lagere
maaihoogte.
Let op:
afgesteld aan de linkerkant.
4. Stel de maaihoogte af met een 3/4"-sleutel.
G
Let op:
hefstelmoer verandert de hoogte van het maaidek
4,7 mm.
a) Draai de hefstelmoer (A) naar links om het
maaidek te verlagen.
b) Draai de hefstelmoer (A) naar rechts om het
maaidek te verhogen.
5. Maai wat gras en controleer resultaat. Stel af indien
nodig.
De ophangarmen moeten in de voorste
Sommige modellen kunnen alleen worden
A
Met elke volledige slag van de
153