Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
10.3
Kettingolie bijvullen (afb. 13)
m VOORZICHTIG!
• Vul de kettingzaag alleen met milieuvriendelijke
kwalitatieve kettingsmeerolie (volgens RAL-UZ 48).
• Gebruik geen gebruikte olie. Afgewerkte olie kan
bij langdurig en herhaald contact met de huid huid-
kanker veroorzaken en is schadelijk voor het mili-
eu! Afgewerkte olie heeft niet de vereiste smeerei-
genschappen en is ongeschikt voor kettingsmering.
• Andere dan de aanbevolen olie kan schade ver-
oorzaken aan het geleideblad, de ketting en het
smeersysteem.
• Zorg ervoor dat er geen vuil in de olietank komt.
• Vermijd het morsen van olie. Veeg gemorste olie op.
1.
Schroef de olietankdop (14) los. Reinig indien no-
dig de olietankdop (14) en de vulpijp alvorens de-
ze te openen.
2.
Vul de kettingsmeerolie voorzichtig bij tot de bo-
venste markering van de oliepeilindicator (15) is
bereikt.
10.4
Controleer de kettingsmering (afb. 13)
1.
Start het apparaat (zie hoofdstuk "Apparaat in-
schakelen").
2.
Houd de kettingzaag terwijl hij loopt, bij gemiddel-
de snelheid, boven een afgezaagde boomstronk
of een geschikte ondergrond. Als de smering vol-
doende is, vormt zich een lichte oliefilm op de
boomstronk of op de ondergrond.
3.
Aan de onderkant van de kettingzaag zit een olie-
regelschroef waarmee u de kettingsmering kunt
regelen door eraan te draaien.
- Eerst indrukken en vervolgens draait u de olie-
regelschroef rechtsom voor minder kettings-
mering.
- Druk eerst en draai dan de olieregelschroef
linksom voor meer kettingsmering.
11. Ingebruikname
m VOORZICHTIG!
Neem de wettelijke voorschriften inzake geluidsbe-
scherming in acht.
Controleer het apparaat voor elke ingebruikname op:
• Dichtheid van brandstofsysteem
• perfecte staat en volledigheid van de veiligheids-
voorzieningen en de snij-inrichting
• stevige bevestiging van alle schroefverbindingen
106 | NL
• Soepel lopen van alle bewegende delen Werkin-
structies
• Maakt u zich voor het gebruik vertrouwd met de om-
gang met de kettingzaag.
11.1
Het apparaat inschakelen (afb. 14 - 16)
m WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de zaagketting nog niet op de snede is
geplaatst en geen andere voorwerpen raakt: Gevaar
voor verwonding!
• Houd de kettingzaag stevig met beide handen vast
en zorg ervoor dat er zich geen personen (vooral
geen kinderen) of dieren in de onmiddellijke nabij-
heid bevinden.
• Zorg ervoor dat de kettingrem is ontkoppeld voor-
dat u de kettingzaag start. Trek hiertoe de handbe-
scherming terug in de richting van de beugelgreep.
(Afb. 14)
1.
Druk op de hoofdschakelaar (17) totdat het
LED-lampje gaat branden. (Afb. 15)
2.
Houd de inschakelblokkering (3) ingedrukt.
3.
Druk op de aan/uit-schakelaar (2). De zaagket-
ting (6) loopt.
4.
Laat de inschakelblokkering weer los. (Afb. 16)
11.2
Apparaat uitschakelen (afb. 17)
1.
Laat de aan/uit-schakelaar (2) los.
2.
Bedien de hoofdschakelaar (17) totdat het
LED-lampje uitgaat.
11.3
Weergave van de laadstatus (afb. 18)
1.
Door op de knop van de accu (18) te drukken, kan
met de LED's van de acculaadstatusindicatie (20)
de laadstatus worden gecontroleerd.
2.
Het display gaat uit na 5 seconden. Als een van
de LED's knippert, moet de accu (18) worden op-
geladen. Als na het indrukken van de toets geen
LED gaat branden, is de accu (18) defect en moet
deze worden vervangen.
www.scheppach.com
Publicidad
