w
max
min
Off
0 0.5
6.2
Digitale ingang
Ingang voor potentiaalvrij contact of 24 V digitaal signaal van een externe besturing (bijv. PLC).
De volgende functies kunnen worden geselecteerd, die via de digitale ingang van de module worden geacti-
veerd:
Ext. OFF:
•
Contact geopend (of 0 V aanwezig): Pomp staat stil.
•
Contact gesloten (of 24 V aanwezig): pomp werkt in regelbedrijf.
Ext. MIN:
•
Contact geopend (of 0 V aanwezig): pomp werkt in regelbedrijf.
•
Contact gesloten (of 24 V aanwezig): pomp draait met ingesteld verlaagd toerental (nachtverlaging).
Ext. MAX:
•
Contact geopend (of 0 V aanwezig): pomp werkt in regelbedrijf.
•
Contact gesloten (of 24 V aanwezig): Pomp loopt met maximaal toerental.
6.3
Digitale uitgang (wisselcontact-relais)
Het relais signaleert bedrijfstoestanden, afhankelijk van de configuratie. De volgende functies kunnen wor-
den geselecteerd:
SSM:
Het signaal voor de verzamelstoringsmelding (SSM) is bij het potentiaalvrije verbreekcontact (COM - NC) be-
schikbaar.
SSM kan als storing alleen storingen "SSM only errors" of storingen en waarschuwingen "SSM err & warn" sig-
naleren. Selectie vindt plaats in de configuratie van de module via de bediening van de pomp.
•
Contact gesloten: Pomp werkt in de ingestelde modus of is stroomloos geschakeld.
•
Contact geopend: Pomp vertoont een storing.
SBM:
Het signaal voor de verzamelbedrijfsmelding (SBM) is bij het potentiaalvrije maakcontact (COM - NO) be-
schikbaar.
SBM kan verschillende bedrijfstoestanden signaleren. Selectie vindt plaats in de configuratie van de module
via de bediening van de pomp.
•
Contact gesloten: De pomp signaleert het gewenste bedrijf of de geselecteerde bedrijfsgereedheid.
•
Contact geopend: Geselecteerde bedrijfsgereedheid of geselecteerd bedrijf is niet aanwezig.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Connect module BMS • Ed.02/2023-10
10-0V solar
Wijziging van de gewenste waarde van de geselecteerde rege-
lingsmodus.
U < 0,5 V: pomp draait bij maximum-gewenste waarde
0,5 V < U < 8,5 V: gewenste waarde daalt lineair van maximum-
tot minimumwaarde
8,5 V < U < 9,3 V: pomp draait bij minimum-gewenste waarde
8.5 8.8 9.3
10
U/V
(bedrijf)
8,5 V < U < 8,8 V: pomp draait bij minimum-gewenste waarde
(start)
9,3 V < U < 10 V: pomp stopt
nl
83