Ingebruikname
OPMERKING
Apparaat wordt onherstelbaar beschadigd als deze met een dimmer wordt gebruikt. Het bevat
gevoelige elektrische componenten.
Sluit het apparaat niet aan op een dimbare voeding.
OPMERKING
De pomp mag niet drooglopen. Anders kan de pomp defect raken.
Gebruik de pomp alleen, als deze ondergedompeld is.
Inschakelen/uitschakelen
• Inschakelen: Steek de netstekker in het stopcontact.
– Het apparaat is na een korte startfase ingeschakeld.
• Uitschakelen: Trek de netstekker uit het stopcontact.
Environmental Function Control (EFC)
De pomp voert bij het opstarten en aansluitend tijdens het bedrijf elke 20 ... 40 minuten automa-
tisch een voorgeprogrammeerde zelftest uit (Environmental Function Control (EFC)). De pomp
herkent, of deze droogloopt/geblokkeerd is of is ondergedompeld. Bij drooglopen/blokkeren
schakelt de pomp automatisch na 60 tot 120 seconden uit. Onderbreek in geval van storing de
voedingsspanning en laat de pomp doorstromen resp. verwijder de hindernis. Vervolgens kunt u
het apparaat weer in bedrijf nemen.
Reiniging en onderhoud
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel door onvoorzienbaar starten. Apparaatinterne bewakingsfuncties kunnen het
apparaat uitschakelen en zelfstandig weer inschakelen.
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u aan het apparaat gaat werken.
OPMERKING
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen of chemische oplossingen. Deze middelen kunnen de
behuizing beschadigen en de werking van het apparaat in het gedrang brengen; ze zijn tevens
schadelijk voor dieren, planten en het milieu.
Reinig het apparaat zo mogelijk met schoon water en een zachte borstel of een spons; bij
hardnekkige vervuiling met behulp van het geadviseerde reinigingsmiddel.
NL
79