Onderdelen:
- 1 katoenen doek, handdoek of deken. Het materiaal moet schoon en droog zijn.
- Droge lucht. Dit experiment werkt het beste als de luchtvochtigheid laag is, zoals in
de winter. Als je de verwarming een paar graden hoger zet, droogt de lucht verder.
Stappen:
1. Doe het licht uit en geef je ogen wat tijd om aan de
duisternis te wennen.
2. Ga op de grond of op je bed zitten. Leg het doek op je
rug. Maak een vuist en houd je hand op een afstand
van ongeveer 15 cm van je gezicht, recht voor je kin.
3. Beweeg de doek snel over je hoofd met je andere
hand. Zorg ervoor dat je het doek goed over je haar
wrijft.
4. Haal het doek vlak langs je vuist totdat het ongeveer
10 cm boven je vuist uitsteekt. Zorg ervoor dat je vuist
je arm niet raakt.
5. Als je het goed doet, springen er kleine blauwe/paar-
se vonkjes van je knokkels in het doek. Hoe sneller je
aan het doek trekt, des te langer en vaker zullen de
vonken verschijnen.
15
NL