Bevestiging aan de vijverbodem
• Waterdiepte bepalen en drie draden verlengen (waterdiepte plus 1 m).
• Draadeinden aan de drie boringen in de drijver bevestigen.
• Aan de andere draadeinden een gewicht bevestigen (ca. 20 kg).
• Apparaat op het water plaatsen en het gewicht op de vijverbodem laten zakken.
• Draden mogen niet gespannen zijn, zodat de schommelingen van de waterspiegel kunnen wor-
den opgevangen.
• Aansluitkabel van trekontlasting voorzien.
Ingebruikname
Inschakelen: Apparaat aansluiten op het elektriciteitsnet. Het apparaat schakelt onmiddellijk
aan.
Uitschakelen: Koppel het apparaat van het elektriciteitsnet af.
Dynamic Function
OPMERKING
Bij ingeschakelde Dynamic Function werkt EFC (Environmental Function Control) beperkt.
De beveiliging tegen drooglopen is gedeactiveerd.
Ingeschakeld stuurt Dynamic Function de pomp en zorgt voor een dynamisch fonteinbeeld.
Zo gaat u te werk:
I
• Schakelaar schuiven.
– ON: De functie is ingeschakeld.
– OFF: De functie is uitgeschakeld.
30