Was- en glansmiddeldoseerinstallatie
•
Op de machine mag uitsluitend een was- en
glansmiddel-doseerinstallatie worden aangesloten
die voldoet aan de hierop van toepassing zijnde
voorschriften.
•
De was- en glansmiddeldoseerinstallatie mag niet
dusdanig worden aangesloten dat de werking en/of
de veiligheid van de machine in gevaar wordt
gebracht.
Veiligheidsinstructies
•
Schakel de stroom uit voordat u defecten of storingen
verhelpt of wanneer de vaat is blijven steken of in de
machine is gevallen.
•
(E1) Zet de "Aan/Uit"-schakelaar (0) op stand 0.
•
(E2) Druk op de toets "0".
•
Schakel de "hoofdschakelaar" uit.
Als de machine met behulp van een alpolige schakelaar
aangesloten is op het elektriciteitsnet, kan de stroom-
toevoer met behulp van deze schakelaar onderbroken wor-
den.
Waarschuwing! Elektriciteit! (Afb.2)
Duidt de elektrische schakelruimte van de machine aan,
die in het bovenste deel van de naspoelzone (F) is
aangebracht. De waarschuwingsdriehoek op het onderste
deel van de naspoelzone duidt de ruimte aan waarin de
elektrische aansluiting van de machine is aangebracht.
De deur van de elektrische ruimte en de overige
afdekplaten mogen uitsluitend geopend/verwijderd
worden door een gespecialiseerde technicus.
Waarschuwing!
•
Als het water in contact komt met onderdelen die onder
spanning staan, brengt dit levensgevaar met zich mee.
Wees altijd erg voorzichtig bij het schoonmaken,
vooral bij het schoonmaken van onderdelen die op
het elektriciteitsnet aangesloten zijn.
•
De waterstraal mag niet rechtstreeks op het
controlepaneel of er vlak naast gericht worden.
•
Gebruik een vochtige doek om schoon te maken.
Zie verder het hoofdstuk Schoonmaken.
Waarschuwing Steek om ongelukken te voorkomen
tijdens de werking uw handen niet in het apparaat of in
bewegende delen.
Technische gegevens
Typeplaatje (afb. 3)
Het serienummer van de machine staat op het type-
plaatje dat aan de binnenkant van de elektrische
schakelkast en op het rechter zijpaneel is bevestigd en
staat ook in de EG-verklaring die bij de machine
verstrekt wordt.
Geluidsniveau: < 70 dB
Informatie voor het bedienend personeel
•
Voor het produkt in gebruik wordt genomen, moet het
50
bedienend personeel:
- zich op de hoogte stellen van de manier waarop de
machine bediend en onderhouden moet worden;
- de plaats van alle waarschuwingsbordjes kennen
en bovendien weten waar de noodstopschakelaar zich
bevindt;
- de waarschuwingen en de veiligheidsvoorschriften
zorgvuldig en helemaal lezen;
- de algemene instructies lezen.
Hoofdschakelaar (onder het bedieningspaneel)
Noodstopschakelaar (op de machine en op het
transportsysteem)
Indicaties, elektromechanische uitvoering E1
= AAN/UIT (elektriciteit, water)
= Snelheid
= Start/Stop (korventransport, wassen)
= Temperatuur wassen (D)
= Temperatuur laatste naspoeling (F)
= Droogzone, optie (G/H)
= Signallamp (E1)
= Indicatielamp (E1); geeft aan dat het luik open is
Paneel Elektromechanische uitvoering E1
Vóór het afwassen
•
Controleer of de zijplaten, de zeefplaten, de
zeefmanden, de sproeiarmen en de gordijnen op de
juiste plaats in de machine zitten.
•
Zet de overlooppijp en de zeef op hun plaats in de
naspoelzone (F).
•
Sluit de luiken.
•
Ontdoe de borden en de schalen van grote
etensresten.
•
Spoel de vaat af met koud of lauw water en maak
daarbij gebruik van de voorspoeldouche.
•
Sorteer de afwas in de verschillende korven.
•
Schakel de hoofdschakelaar in.
•
Draai de "Snelheid"-schakelaar (1) op de stand
= hoge snelheid.
dat het waterpeil onvoldoende
is dat de afwaspompen niet
functioneren