Herz.0 17/05/2021
NL
Pag.12
⚠
Aanleg voor het rookgasafvoersysteem
Besteed aandacht aan de totstandbrenging van het systeem voor de afvoer van rookgassen en neem de geldende wettelijke
bepalingen in het land waar de kachel wordt geïnstalleerd, in acht.
De Fabrikant wijst alle aansprakelijkheid af in geval van een rookgasafvoersysteem van ongeschikt formaat dat niet voldoet
aan de normen.
Rookkanalen en aansluitingen
Met de term rookkanalen worden de buizen bedoeld die het verbrandingstoestel verbinden met het rookafvoerkanaal.
De volgende voorschriften moeten worden toegepast:
•
voldoen aan de productnorm EN 1856-2;
•
de horizontale tracés moeten een minimale helling van 3% naar boven hebben;
•
de lengte van het horizontale tracé moet zo kort mogelijk zijn en de uitsteek in installatie mag niet meer dan 4 meter bedragen;
•
de richtingveranderingen moeten hoeken kleiner dan 90° hebben (aanbevolen hoeken van 45°);
•
het aantal richtingveranderingen inclusief die voor de inbreng in het rookafvoerkanaal en exclusief de T in geval van een uitlaat
aan de zijkant of achterkant, mag niet meer zijn dan 3;
•
de doorsnede moet een constante en gelijke diameter hebben vanaf de uitgang van de haard tot aan de aansluiting in het rook-
afvoerkanaal;
•
het is verboden om buigzame metalen buizen van vezelcement te gebruiken;
•
de rookkanalen mogen niet de ruimten passeren waar het verboden is om verbrandingsapparaten te installeren.
In ieder geval moeten de rookkanalen afgedicht zijn tegen verbrandingsproducten en condens en ze moeten ook geïsoleerd zijn als
ze buiten de installatieruimte om passeren.
Het aanbrengen van voorzieningen voor het handmatig afstellen van de trek is niet toegestaan.
Rookafvoerkanaal
⚠
Het rookafvoerkanaal is een bijzonder belangrijk element voor de correcte werking van de kachel.
⚠
Het rookafvoerkanaal moet van zodanige afmeting zijn dat de door de Fabrikant verklaarde trek wordt gegarandeerd.
Sluit de kachel niet aan op een collectief rookafvoerkanaal.
Bij de verwezenlijking van het rookafvoerkanaal moeten de volgende voorschriften worden toegepast:
•
het moet voldoen aan de productnorm EN 1856-1;
•
het moet gemaakt worden van geschikte materialen om weerstand te kunnen bieden tegen de normale mechanische, chemische
en thermische belastingen en het moet een adequate warmte-isolatie hebben om condensvorming te beperken;
•
het moet een overwegend verticaal verloop hebben en over de hele lengte geen vernauwingen hebben;
•
het moet op een juiste afstand worden geplaatst met een spouwmuur en geïsoleerd worden van ontvlambare materialen;
•
er mogen maximaal 2 richtingveranderingen zijn met een hoek niet groter dan 45°;
•
het rookafvoerkanaal binnen in de woning moet hoe dan ook geïsoleerd zijn en kan worden geplaatst in een spouw mits de
wettelijke voorschriften voor leidingen worden gerespecteerd;
•
het rookkanaal wordt aangesloten op het rookafvoerkanaal met een "T"-koppeling met een kamer met inspectiedeksel voor de
opvang van verbrandingsresten en vooral voor het opvangen van condens.
Aangeraden wordt om op het typeplaatje van het rookafvoerkanaal de veiligheidsafstanden die in acht moeten worden
⚠
genomen wanneer er brandbaar materiaal aanwezig is en het soort isolatiemateriaal dat gebruikt moet worden te controleren.
⚠
Gebruik lekdichte buizen met siliconen pakkingen.
Het is verboden om gebruik te maken van een afvoer rechtstreeks via de muur of naar afgesloten ruimtes en van elke andere
vorm van afvoer die niet wordt voorzien door de geldende wetgeving in het land van installatie (N.B.: in Italië is alleen de
afvoer via het dak toegestaan).
Schoorsteenpot
De schoorsteenpot, dat wil zeggen het eindstuk van het rookafvoerkanaal, moet aan de volgende kenmerken voldoen:
•
de doorsnede van de rookgassenuitlaat moet minstens het dubbele zijn van de binnendoorsnede van de schoorsteen;
•
er mag geen water of sneeuw naar binnen kunnen komen;
•
de afvoer van rook moet ook bij wind verzekerd worden (windbestendige schoorsteenpot);
•
de openingshoogte moet zich buiten de terugstroomzone bevinden (raadpleeg de nationale en plaatselijke wetsbepalingen om
te weten wat de terugstroomzone is);
•
hij moet altijd op afstand van antennes of schotels worden gebouwd en mag nooit als steun worden gebruikt.
Handleiding voor gebruik en onderhoud modellen met technologie RDS