Overbelastingsbeveiliging
Deze compressor is uitgerust met een thermische
overbelastingsbeveiliging die de compressor automatisch
uitschakelt als de compressor oververhit raakt. Als de motor
herhaaldelijk uitschakelt, controleer dan eerst de volgende
mogelijke oorzaken: De accu is leeg. Onvoldoende goede
ventilatie of de buitenlucht of kamertemperatuur is te hoog.
Om de compressor te resetten:
(1) Schakel de compressor uit.
(2) Verwijder de accu en laat de compressor 30 minuten
afkoelen.
(3) Plaats de accu in de compressor.
(4) Schakel de compressor in.
MONTAGE
1. Uitpakken
Dit product vereist montage.
○ Verwijder de compressor en accessoires voorzichtig
uit de doos. Controleer of alle items op de paklijst zijn
meegeleverd.
○ Inspecteer de compressor zorgvuldig om er zeker van te
zijn dat er tijdens het transport geen breuk of schade is
ontstaan.
○ Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg voordat u de
compressor zorgvuldig hebt geïnspecteerd en naar
wens heeft gebruikt.
2. Paklijst
–
Compressor
–
Gebruiksaanwijzing
–
Inlaatfi lter
WAARSCHUWING
○ Als er onderdelen ontbreken, mag de compressor niet
worden gebruikt totdat de ontbrekende onderdelen zijn
vervangen. Anders kan dit leiden tot mogelijk ernstig
lichamelijk letsel.
○ Probeer deze compressor niet aan te passen of probeer
geen accessoires te maken die niet worden aanbevolen
voor gebruik met deze compressor. Een dergelijke
wijziging of aanpassing geldt als verkeerd gebruik en
kan resulteren in een gevaarlijke situatie die kan leiden
tot mogelijk ernstig lichamelijk letsel.
3. Bevestigen van de inlaatfi lter
LET OP
Niet gebruiken zonder de inlaatfi lter.
○ Schakel de compressor uit en verwijder de accu.
○ Draai de inlaatfi lter linksom totdat deze stopt en
verwijder vervolgens de dop van het inlaatfi lter en het
fi lterelement. (Afb. 2)
○ Schroef de behuizing van het inlaatfi lter stevig in.
○ Na het plaatsen van het fi lterelement lijnt u de groeven
van de inlaatfi lterdop uit met de drie uitsteeksels
op de behuizing van het inlaatfi lter zodat de slang
naar beneden wijst. Draai de dop van het inlaatfi lter
vervolgens rechtsom totdat deze stopt.
○ Controleer of de dop van het inlaatfi lter los zit. Als het
fi lter los zit, verwijdert u het fi lter en plaatst u dit opnieuw.
(Afb. 3)
4. Bevestigingsslang (apart verkrijgbaar)
○ Steek de slang in de snelkoppeling die al op de
compressor is geïnstalleerd. (Afb. 4)
WAARSCHUWING
Bevestig geen gereedschap aan het open uiteinde van
de slang voordat het opstarten is voltooid.
○ Pak het open uiteinde van de slang stevig vast; houd de
slang weg van uzelf en anderen.
VERWIJDERINGS- EN
INSTALLATIEMETHODE VAN DE ACCU
○ De accu plaatsen.
Lijn de accu uit met de groef in de hoofdkap en schuif
hem op zijn plaats.
Steek de accu altijd volledig in totdat hij met een klik op
zijn plaats vergrendelt. Als dit niet gebeurt, kan de accu
per ongeluk uit het gereedschap vallen, waardoor u of
anderen rondom u verwond kunnen worden. (Afb. 5)
○ De accu verwijderen.
Trek de accu uit de hoofdkap terwijl u op de vergrendeling
(2 stuks) van de accu drukt. (Afb. 5)
OPLADEN
Voor het gebruik van het elektrisch gereedschap dient de
accu als volgt opgeladen te worden.
1. Sluit het netsnoer van de acculader aan op het
stopcontact.
Wanneer de stekker van de acculader verbonden
wordt met een houder, zal het laadindicatielampje rood
knipperen (met tussenpozen van 1 seconde).
2. Steek de batterij in de acculader.
Steek de accu stevig in de acculader zoals u kunt zien op
Afb. 6 (op pagina 3).
3. Opladen
Wanneer er een accu in de acculader wordt gedaan, zal
het laadindicatielampje blauw knipperen.
Wanneer de accu volledig is opgeladen, zal het
laadindicatielampje groen oplichten. (Zie Tabel 1)
(1) Aanduiding van het laadindicatielampje
De aanduidingen van het laadindicatielampje zijn zoals
aangegeven in Tabel 1, al naar gelang de toestand van
de accu of de acculader.
71
Nederlands