Eurosets HORIZON CVR Instrucciones De Uso página 80

nl
K. EINDE VAN DE BYPASS
Dit moet plaatsvinden rekening houdend met de
staat van ieder afzonderlijke patiënt.
VOORZORGSMAATREGEL
Als de extracorporele circulatie moet worden
hersteld, handhaaf dan een minimale bloedflow in
het HORIZON CVR reservoir.
L. BLOEDRECUPERATIE NA DE BYPASS
1) Recupereer binnenin het cardiotomie/veneus
reservoir al het bloed van de veneuze lijn zodra
de chirurg de canules uit de holle ader van de
patiënt heeft verwijderd.
2) Perfuseer door de aortacanule, als de toestand
van de patiënt dit vereist, door het niveau in het
cardiotomie/veneus reservoir langzaam te laten
dalen.
3) Als men dat wenst, kan het bloed binnenin
de oxygenator ook teruggegeven worden door
heldere vloeistoffen aan het veneus reservoir
toe te voegen, wanneer het bloed binnenin het
reservoir een minimum waarde bereikt heeft.
Pomp de vloeistof langzaam door de oxygenator
en controleer of het reservoir nooit leeg raakt.
4) Wanneer het cardiotomie/veneus reservoir bijna
leeg is, stop dan de arteriële pomp en sluit de
arteriële lijn af met een clamp.
M. GEBRUIK VAN
O N D E R S T E U N D E
DRAINAGETECHNIEK (VAVD)
Het hulpmiddel kan gebruikt worden voor de
vacuüm ondersteunde veneuze drainage en is
voorzien van een drukbegrenzingsklep.
Lees voor de veilige toepassing van het
vacuüm op het hulpmiddel, sectie L van deze
gebruiksaanwijzing.
1) AANSLUITING VAN DE VACUÜMLIJN
Voor het geval de veneuze drainage uitgevoerd wordt
met de techniek van het vacuüm (VAVD), moet de
vacuümlijn aangesloten worden op de VENT/
VACUÜM-connector. Controleer of het etiket
en de gele beschermende capsule verwijderd
worden van de VENT/VACUÜM-connector.
Sluit de VAVD-aansluitingskit van Eurosets erop
aan.
Sluit het ander uiteinde van de lijn aan op een
vacuümregelaar voorzien van condensvanger.
80
DE VACUÜM
V E N E U Z E
Afbeelding 2 – Aansluitingslijn op de zuigbron
voor VAVD
NAAR DE VENT/
VACUÜM-CONNECTOR
LET OP
• Pas het vacuüm niet toe tijdens de vul- en
recirculatieprocedure.
• Er wordt aanbevolen de -75,2 mmHg (-10
KPa) niet te overschrijden wanneer een
negatieve druk op het cardiotomie/veneus
reservoir toegepast wordt.
• Controleer periodiek de werking van
de vacuümregelaar en de toegepaste
vacuümgraad.
2) START BYPASS
OPENING ARTERIËLE EN VENEUZE LIJNEN
Controleer bij de uitvoering van vacuüm
ondersteunde drainage of alle aansluitingen
gesloten zijn. Pas daarna het vacuüm toe in het
cardiotomie/veneus reservoir.
3) TIJDENS BYPASS
CONTROLE VAN DE VENEUZE RETOUR
Bij de vacuüm ondersteunde drainage moet het
vacuüm, toegepast op het cardiotomie/veneus
reservoir, geregeld worden om een gepaste
veneuze retour te bereiken.
RECIRCULATIE MET LAGE FLOW
Mocht een circulatiestilstand en de opening van
een shunt tussen het arterieel circuit en het
veneus circuit voorzien worden, dan moet de
toepassing van het vacuüm gestopt worden om
het bloed in circulatie te houden. Als het nodig
is de toepassing van het vacuüm te onderbreken,
verwijder dan een van de dichtingsdoppen
op het cardiotomie/veneus reservoir en
verwijder de clamp van de verzamellijn naar
de zuigbron voor de VAVD-techniek. Zet het
debiet van de arteriële pomp weer op de eerder
ingestelde waarde. Plaats, in geval van vacuüm
ondersteunde drainage, de dichtingsdop weer
op het cardiotomie/veneus reservoir en breng
de clamp weer aan op de verzamellijn naar de
zuigbron. Verhoog de negatieve druk geleidelijk
NAAR DE
ZUIGBRON
CLAMP VOOR
ON/OFF VACUÜM