ONEMATIC
1. BESCHERMING.
ONEMATIC is een compacte automatische control-unit voor de controle van enkel- en driefasige pompmotoren. Het systeem beheert
de start en stop van de pomp afhankelijk van de druk gedetecteerd door de interne omvormer en de stroom gedetecteerd door de
interne stroomsensor. Het functioneert zowel in druk-afhankelijke modus (start- en stopdruk) als in on/off modus (startdruk tussen
1÷5 bar, gestopt door de stroomsensor).
2. CLASSIFICATIE EN TYPE.
Volgens EN-60730-1 is ONEMATIC een onafhankelijk werkende unit , type 1B met klasse A, voor 'floodproof' installatie in zuiver of
licht vervuilde omgeving.
3. HOOFDKENMERKEN.
Pomp gestuurd door een stroomrelais.
n
2 werkmodi: druk-afhankelijk of on/off modus.
n
Controle- en beschermsysteem tegen overspanning.
n
Controle- en beschermsysteem tegen droogloop.
n
ART functie (Automatic Reset Test). Als het toestel stopt door een gebrek aan water, tracht het ART systeem de unit in
n
geprogrammeerde intervals te herstarten.
Automatisch systeemherstel na stroomonderbreking. Het systeem herstelt de vorige modus.
n
Spanningsvrij contact om de alarmen op het scherm veroorzaakt door onregelmatigheden of problemen in het systeem te monitoren.
n
Ingang voor het minimum waterniveau in de inlaattank te monitoren. Deze functie is onafhankelijk van het beschermsysteem tegen
n
droogloop en optioneel.
Interne drukomvormer.
n
Interne stroomsensor.
n
Controlescherm:
n
LCD scherm, voor configuratiemenu en alarmindicatie met permanente drukindicatie.
n
START/STOP druktoets voor manuele werking van de pomp.
n
AUTOMATIC druktoets met LED modus .
n
Toetsenbord voor toegang tot het configuratiemenu.
n
Digitale aflezing.
n
CONTROLEPANEEL.
n
1
3
7 7
1.- LCD scherm: tijdens het configuratieproces toont het de verschillende parameters. Als ONEMATIC aan staat, worden de instantiele
druk, de geconfigureerde beoogde druk en de waarschuwingen.
2.- Druktoets PUMP Start-Stop: werkt enkel met de automatische modus uit (AUTO LED uit).
3.- Druktoets AUTO On/Off: om keuze te maken tussen manuele en automatische werkmodi.
4.- Druktoets MENU: om het configuratiemenu te openen en te verlaten.
5.- Druktoets ENTER: gebruikt om geconfigureerde waarden te bewaren. Telkens de toets wordt gedrukt, opent een nieuw veld in het
configuratiemenu. Druk MENU als je de configuratievolgorde wenst te verlaten.
6.- Druktoetsen p en q: om de configuratieparameters te verhogen of te verlagen.
7.- LINE LED (groen): aan wanneer het apparaat is verbonden is met het stroomnet.
8.- FAILURE LED (rood): aan of knipperend afhankelijk van het type storing.
9.- AUTO LED (groen): aan in automatische modus en uit in manuele werkmodus.
10.- PUMP LED (geel): aan als de pomp in werking is.
8
9
10
2
4
5
Fig 1. Controlepaneel
6
NL
3