Onderhoud en reiniging
LET OP: Koppel het apparaat altijd los tijdens het reinigen en bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. Gebruik geen ontvlambare
vloeistoffen om de machine schoon te maken.
DE AFWASMACHINE SCHOONMAKEN
Alle aanslag op de binnenkant van het apparaat
kunnen worden verwijderd met een doek die is
bevochtigd met water en een beetje azijn.
De externe oppervlakken van de machine en het
bedieningspaneel kunnen met een niet-schurende
doek, bevochtigd met water worden gereinigd.
Gebruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen.
VOORKOMEN VAN ONAANGENAME GEUREN
Houd de deur van het apparaat altijd open, om te voorkomen dat er
vocht wordt gevormd dat niet uit de machine kan.
Reinig de afdichtingen rond de deur en de wasmiddeldoseerbakjes
regelmatig met een vochtige spons. Dit zal voorkomen dat er voedsel in
de afdichtingen blijft zitten, de belangrijkste oorzaak achter het vormen
van onaangename geuren.
DE WATERTOEVOERSLANG CONTROLEREN
Controleer de toevoerslang regelmatig op barsten of scheuren. Als
deze beschadigd is vervangen door een nieuwe slang, te verkrijgen
via onze Consumentenservice of uw gespecialiseerde dealer.
Afhankelijk van het type slang:
Als de toevoerslang een doorzichtige coating heeft, regelmatig
controleren of de kleur plaatselijk wordt geïntensiveerd. Zo ja, is de
slang wellicht lek en moet worden vervangen.
Voor waterstopslangen: controleer het kleine
veiligheidsklepinspectievenster.(zie pijl). Als het rood is werd de
waterstopfunctie in gang gezet en moet de slang door een nieuwe
worden vervangen.
Om deze slang los te schroeven op de ontspanknop drukken, terwijl
de slang wordt losgeschroefd.
DE TOEVOERSLANG REINIGEN
Als de waterslangen nieuw zijn of een langere periode niet zijn
gebruikt laat dan, voordat de benodigde aansluitingen worden
uitgevoerd, het water lopen, om ervoor te zorgen het helder is en
vrij van onzuiverheden. Als deze voorzorgsmaatregel niet wordt
genomen kan de waterinlaat geblokkeerd worden en kan de
afwasmachine beschadigd raken.
HET FILTERSYSTEEM REINIGEN
Reinig het filtersysteem regelmatig, zodat de filters niet verstoppen
en het afvalwater correct weg stroomt.
Het gebruik van vaatwasmachines met verstopte filters of vreemde
voorwerpen in het filtersysteem of de sproeiarmen kan de slechte
werking ervan en bijgevolg lagere prestaties, lawaai of een hoger
verbruik van hulpbronnen veroorzaken.
Het filtersysteem bestaat uit drie filters die voedselresten uit het
afwaswater verwijderen en vervolgens het water opnieuw laten
circuleren.
De afwasmachine mag niet worden gebruikt zonder filters of als
het filter is losgeraakt.
Controleer tenminste eens per maand of na elke 30 cyclussen het
filtersysteem en reinig het eventueel grondig onder stromend water,
met een niet-metalen borstel en volgens de onderstaande instructies:
1. Draai het cilindrische filter A linksom en trek het uit (Afb. 1).
2. Verwijder het houderfilter B door licht op de zijkleppen te drukken
(Afb. 2).
3. Schuif de roestvrij stalen plaat filter C er uit (Afb. 3).
4. Als u vreemde voorwerpen vindt (gebroken glas, porselein,
beenderen, zaden van vruchten, enz.), verwijdert u ze zorgvuldig.
5. Inspecteer de sifon en verwijder eventuele voedselresten.
VERWIJDER NOOIT de pompbescherming van het wasprogramma
(zwart detail) (Afb. 4).
A
C
Na het schoonmaken van het filter het filtersysteem opnieuw plaatsen
en goed op zijn plaats zetten; dit is essentieel voor het behoud van de
efficiënte werking van de afwasmachine.
DE SPROEIERARMEN REINIGEN
Af en toe kunnen er voedselresten
op de sproeierarmen vastzitten en
worden de openingen voor het
water sproeien geblokkeerd. Het is
daarom raadzaam dat u de armen
van tijd tot tijd controleert en ze
met een kleine niet-metalen borstel
schoonmaakt.
Om de bovenste sproeierarm te
verwijderen, draait u de plastic
borgring rechtsom. De bovenste
sproeierarm moet worden
vervangen, zodat de zijde met het
grotere aantal openingen naar
boven is gericht.
De onderste sproeierarm kan
worden verwijderd door het
omhoog te trekken.
12
1
3
2
B
A
4