12.0 PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem 1:
Wanneer de ATM-5 de verbinding uitlijnt, glijdt de
frictieschoen rond de rand van de tegenoverliggende
flens.
Oorzaak:
Gruis of vuil op de arm, rollers of lagers, arm is
helemaal uitgeschoven.
Oplossing:
A. Zorg dat de rollers vrij kunnen draaien en dat de
rollers op de armvlakken niet worden gehinderd door
vuil of gruis.
B. Controleer dat de arm niet geheel is uitgeschoven
tijdens het uitlijnen van de verbinding.
C. Zorg dat er voldoende ruimte over is zodat de ATM-
5 verder kan uitklappen terwijl de verbinding wordt
uitgelijnd.
Probleem 2:
De ATM-5 is vastgemaakt en lijkt te werken maar de
verbinding wordt toch niet uitgelijnd.
Oorzaak:
A. Mogelijk bevindt zich lucht in het hydraulische
systeem zodat niet voldoende kracht op de flenzen
kan worden uitgeoefend.
B. Mogelijk bevindt zich een obstakel in de buurt van de
flenzen. Er kan een kracht van meer dan 5 ton (45
kN) nodig zijn om de verbinding uit te lijnen.
Oplossing:
A. Zie Luchtsluis verwijderen in hoofdstuk 13.
B. Controleer de omgeving van de verbinding op
eventuele aanwezige obstakels.
C. Als meer kracht nodig is dan de 5 ton (45 kN) die het
apparaat kan leveren, moet de verbinding op een
andere manier worden uitgelijnd.
13.0 LUCHTSLUIS VERWIJDEREN
Volg de onderstaande stappen:
1. Verwijder de dop van de luchtopening aan de
bovenzijde van de hydraulische pomp en controleer
het peil van de hydraulische olie om na te gaan of er
voldoende olie aanwezig is om de cilinder uit te
schuiven.
2. Plaats de dop van de luchtopening terug maar draai
deze niet vast. De dop moet niet te vast zitten zodat
tijdens het gebruik lucht de pomp in en uit kan. De
dop moet alleen vast worden gedraaid wanneer het
apparaat na gebruik weer terug wordt geplaatst in de
draagkoffer.
3. Zorg dat de dop niet te vast is gedraaid, sluit de
pomp op het apparaat aan met behulp van de
hydraulische slang in de draagkoffer.
4. Plaats het apparaat op een vlak oppervlak, houd de
hydraulische pomp boven het apparaat, sluit de
ontlastklep op de pomp, stel de pomp af door de
hydraulische cilinder geheel uit te schuiven en een
kleine druk op te bouwen.
5. Open de ontlastklep terwijl u de hydraulische pomp
boven het apparaat houdt en laat de cilinder volledig
inschuiven. Terwijl de cilinder wordt teruggetrokken
wordt het systeem via de pomp en door de dop van
de luchtopening ontlucht.
6. Herhaal deze procedure drie of vier keer om er zeker
van te zijn dat alle lucht is verwijderd. Het apparaat
kun nu de maximale werkdruk uitoefenen.
14.0 MINIMALE / MAXIMALE UITSCHUIFLENGTE
Fig 10 – Minimale uitschuiflengte van de ATM-5
106
[4.17]
Fig 11 – Maximale uitschuiflengte van de ATM-5
240 [9.45]
15.0 TOEPASSINGSREEKS
De twee basisafmetingen, A en B, bepalen of de ATM-5
gebruikt kan worden om de verbinding uit te lijnen. Als de
flensverbinding die uitgelijnd moet worden tussen 93 mm
[3,75 inch] en 266 mm [9 inch] breed is, zoals aangegeven
bij (A), en een boutgat heeft met een diameter van 31,5
mm [1,25 inch] of meer (B) kan de ATM-5 worden
bevestigd en is uitlijning mogelijk (zie fig.12).
Zie tabel op pag. 57: op type flens, klasse en diameter.
16.0 AFMETINGEN EN GEWICHT VAN DE ATM-5
Gereedschap met hydr. cilinder 15,5 kg [34.1 lbs]
handpomp
hydraulische slang
draagkoffer
brutogewicht met toebehoren
Zie voor afmetingen pag. 57, figuur 12 en 13.
56
526 [20.71]
660 [25.98]
2,5 kg [5.5 lbs]
1,0 kg [2.2 lbs]
8,5 kg [18.7 lbs]
27,5 kg [60 lbs]