•
Neem het zaagblad (7) van de binnenflens af
en trek het naar beneden eruit. Beweeg hier-
voor de zaagbladbescherming (6) omhoog
zodat het zaagblad toegankelijk is.
•
Flensschroef (38), buitenflens (39) en binnen-
flens zorgvuldig reinigen.
•
Het nieuwe zaagblad (7) in omgekeerde
volgorde weer erin zetten en vastdraaien.
•
Opgelet! De afschuining van de tanden,
d.w.z. de draairichting van het zaagblad (7),
moet overeenkomen met de richting van de
pijl op de behuizing.
•
Controleer of de veiligheidsinrichtingen goed
functioneren, voordat u verder werkt met de
zaag.
•
Waarschuwing! Controleer na elke vervan-
ging van het zaagblad of de zaagbladbe-
scherming (6) zoals vereist opent en weer
sluit. Controleer bovendien of het zaagblad
(7) vrij in de zaagbladbescherming (6) draait.
•
Waarschuwing! Na elke vervanging van
het zaagblad controleren of het zaagblad in
verticale stand en op 45° gekanteld vrij in het
tafelinzetstuk (16) draait.
•
Waarschuwing! Een versleten of be-
schadigd tafelinzetstuk (16) moet onmiddellijk
worden vervangen. Draai daartoe de kruis-
kopschroeven in het tafelinzetstuk (16) los en
neem het tafelinzetstuk uit de vaststaande
zaagtafel (18). Monteer het nieuwe tafelin-
zetstuk (16) in omgekeerde volgorde.
•
Waarschuwing! Het vervangen en uitrichten
van het zaagblad (7) moet zoals voorgeschre-
ven worden uitgevoerd.
6.11 Transport (afb. 1-3)
•
Vastzethendel (20) naar beneden drukken om
de draaitafel (19) te vergrendelen.
•
Controleer aan de hand van de schaal (25)
of de hoek voor versteksneden 90° bedraagt.
Bovendien moet de machinekop (4) met de
vastzetgreep (26) zijn gefixeerd.
•
Machinekop (4) naar beneden drukken en
arrêteren met de borgbout (30). De zaag is nu
in de onderste stand vergrendeld.
•
Trekfunctie van de zaag fixeren in de achters-
te positie met de vastzetschroef voor trekge-
leiding (29).
•
Draag de machine aan de vaststaande zaag-
tafel (18).
•
Om de machine opnieuw op te bouwen gaat
u te werk zoals beschreven in punt 5.3.
Anl_TE-SM_36-8_L_Li_SPK13.indb 115
Anl_TE-SM_36-8_L_Li_SPK13.indb 115
NL
6.12 Bedrijf laser (afbeelding 1, 19)
Inschakelen: Breng de Aan/Uit-schakelaar laser
(42) in stand '
' om de laser (41) in te schake-
len. Er wordt een laserlijn op het te bewerken
werkstuk geprojecteerd, die exact aanduidt waar-
langs moet worden gesneden.
Uitschakelen: Breng de Aan/Uit-schakelaar laser
(42) in stand 'OFF'.
7. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Trek vóór alle reinigingswerkzaamheden de accu
eruit.
7.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt. Door binnendrin-
gen van water in een elektrische apparatuur
verhoogt het risico van een elektrische schok.
7.2 Koolborstels
Bij bovenmatige vonkvorming laat u de koolbors-
tels door een bekwame elektricien nazien.
Gevaar! De koolborstels mogen enkel door een
bekwame elektricien worden vervangen.
7.3 Onderhoud
In het toestel zijn er geen andere te onderhouden
onderdelen.
- 115 -
19.10.2023 10:23:01
19.10.2023 10:23:01