Persoonlijke beschermingsmiddelen
(PBM)
Draag adembescherming en beschermende
handschoenen bij het uitvoeren van
service-, onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden.
4
INSTALLATIE
4.1
Gereedschappen en benodigdheden
Om het product te installeren, heeft u de volgende
gereedschappen en benodigdheden nodig:
- basisgereedschap
4.2
Apart aan te schaffen
Om het product te installeren, heeft u het volgende
materiaal nodig:
- bevestigingsmateriaal voor wandmontage
4.3
Uitpakken
Controleer of het product compleet is. De inhoud
van de verpakking bestaat uit:
- Afzuigarm, incl. wandbeugel (volledig
geassembleerd)
Indien er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn, neem dan
contact op met uw leverancier.
4.4
Installatiehoogte
U kunt de LMA 75 arm op elke gewenste hoogte installeren.
Voor installatievoorbeelden, zie pagina 33;
- Fig. III: hangende armen
- Fig. IV: staande armen
4.5
Montage
PA | Kolom
Voor montage van de LMA 75 op een kolom, zie het
met de PA meegeleverde instructieblad. Zie het
beschikbare productinformatieblad voor
installatievoorbeelden.
De verpakking bevat geen bevestigingsmateriaal voor de
wandbeugel, omdat het benodigde materiaal afhankelijk is van
het type muur.
WAARSCHUWING
Voordat u het product installeert, controleer of de
muur of de montageconstructie sterk en stevig
genoeg is. Zie § 1.5 voor het gewicht van het
product.
4.5.1
Wandbeugel
Fig. 4.2
•
Bepaal de gewenste installatiehoogte.
•
Bevestig de wandbeugel (inclusief de arm) aan de muur of
aan de montageconstructie.
2.
Het bevestigingsmateriaal is afhankelijk van het type muur
0000117805/01MAY2023/0 LMA 75 1.0 m | LMA 75 1.5 m
2
A
A
A
162 mm
B
202 mm
C
186 mm
D
30 mm
E
79 mm
MiniMan-75
Fig. 4.2 Wandbeugel
5
GEBRUIK
Persoonlijke beschermingsmiddelen
(PBM)
Draag tijdens gebruik altijd PBM ter
voorkoming van letsel. Dit geldt ook voor
personen die in het werkgebied aanwezig
zijn.
Fig. 5.1
•
Pak de zuigmond (A) en positioneer deze op max. 225 mm
boven de vervuilingsbron.
•
Controleer of de DAMPER-75 (afsluitklep) open is.
•
Zet de aangesloten ventilator of het afzuigsysteem aan.
•
Begin het werk.
•
Indien gewenst, sluit de klep deels om de luchtstroom aan
te passen.
•
Wanneer de werkpositie verandert, beweeg de zuigmond
dan naar de juiste positie ten opzichte van het werkstuk.
•
Zet de aangesloten ventilator of het afzuigsysteem ca. 20
seconden na het beëindigen van de werkzaamheden uit.
B
A
A
A = max. 225 mm
B = >225 mm
Fig. 5.1 A = Juiste positie van de zuigmond (voorbeeld: solderen)
B
C
D
D
B
B
C
C = >0 mm
NL | 10
E
C