1. Gebruiksaanwijzing
Het gebruik van elektrische toestellen dient
altijd met de nodige voorzichtigheid te gebeu
ren, om mogelijke risico's van brand, elektrische
schokken of lichamelijk letsel uit te sluiten.
Daarom mag dit toestel uitsluitend worden
gebruikt zoals beschreven in deze gebruiksaan
wijzing Ieder gebruik dat afwijkt van de aanbe
velingen van de fabrikant kan beschadigingen,
brand, elektrische schokken of lichamelijk letsel
veroorzaken.
Vóór het gebruik van het toestel dient de vol
ledige gebruiksaanwijzing te worden gelezen, en
dienen de aanwijzingen hierin met betrekking
tot een deskundige omgang met het toestel in
acht te worden genomen.
Deze gebruiksaanwijzing dient zorg-
vuldig te worden bewaard, en bij een
wisseling van bezitter aan de opvolger te
worden overhandigd.
Bij eventuele reparatiewerkzaamheden ter
inzage aan de installateur ter inzage geven.
1.1 Werking
Wanneer de warmtehoeveelheid van de ac
cumulator niet meer toereikend is voor het
verwarmen van een ruimte, kan als aanvulling
de naverwarming worden ingeschakeld.
Om economische redenen wordt de werking
van de naverwarming echter zodanig geregeld,
dat deze ook in ingeschakelde toestand bij
toereikende warmte van de accumulator au
tomatisch buiten bedrijf wordt gesteld.
Gedurende de overgangsperiode op koele
dagen kan de naverwarming ook worden ge
bruikt als volledige verwarming, zodat bijvoor
2. Montagehandleiding
De montage van de naverwarming moet door
een erkende installateur met inachtneming
van deze alsmede van de gebruiks en mon
tagehandleiding van de warmteaccumulator
plaatsvinden.
Alle elektrische aansluit en installatiewerk
zaamheden moeten volgens de VDEvoor
schriften 0100, de voorschriften van het des
betreffende energiebedrijf alsmede de desbe
treffende nationale en regionale voorschriften
worden uitgevoerd.
2.1 Verpakkingseenheid
1 Naverwarmingsradiator en bevestigingsma
teriaal
1 AAN/UITschakelaar
1 thermostaat 50 °C
1 thermostaat 113 °C(lila gekenmerkt)
1 gebruiks en montagehandleiding
4 schakeldraden
1 kabelboom
2.2 Montage
Voor aanvang van de montagewerkzaamheden
de warmteaccumulator spanningsvrij maken.
voor de gebruiker en de installateur
beeld alleen met behulp van de naverwarming
aan de warmtevraag kan worden voldaan.
De naverwarming kan alleen bij draaiende
ventilator in bedrijf zijn en is hiermee aan het
ontlaadgedeelte van de warmteaccumulator
(230 V) aangesloten.
De stroomkosten worden via de hoofdtarief
meter afgerekend.
1.2 Bediening
... met separate ruimtethermostaat
Bij gebruik van een ruimtethermostaat zon
der naverwarmingsschakelaar, b.v. de ruimte
thermostaat RTAS, kan de naverwarming via
de op het bedieningspaneel in te bouwen
AAN/UITschakelaar (S1) worden geschakeld.
Bij een ruimtethermostaat met naverwarmings
schakelaar, b.v. de ruimtethermostaat RTNZS,
wordt de naverwarming via deze aanwezige
schakelaar aan/uitgeschakeld (er is geen
AAN/UITschakelaar op het bedieningpaneel
noodzakelijk).
... met ingebouwde ruimtethermostaat
Wordt het toestel via de ingebouwde ruimte
thermostaat RTIE3 of RTIEP2 geregeld, dan
wordt de naverwarming via de meegeleverde
AAN/UITschakelaar geschakeld.
Bij bedrijf met een RTIEP2 (proportionele
regelaar) moet er op worden gelet, dat deze
regelaar na het inschakelen van de naverwar
ming een 2puntsregelaar wordt.
De gebruiks- en montagehandleiding van de
ruimtethermostaat in acht nemen!
voor de installateur
Bij aansluiting van de warmteaccumu-
lator aan een automatische oplaadbe-
sturing kunnen de klemmen A1/Z1 - A2/Z2
ook bij uitgenomen zekeringen onder span-
ning staan.
2.2.1 Volgorde van inbouw
⇒ Luchtuitlaat en inlaatrooster, voorwand
en rechter zijwand als beschreven in de
montagehandleiding van de warmteaccu
mulator afnemen;
⇒ Afdekkapje voor schakelaar (22) met hulp
gereedschap vanaf de zijde van de schakel
ruimte uit het bedieningspaneel drukken.
Bij een aanwezige externe ruimtether-
mostaat met naverwarmingsschakelaar
moet geen schakelaar op het bedieningspa-
neel worden gemonteerd.
⇒ AAN/UITschakelaar (S1) met vlakke stek
ker naar boven vanaf de voorzijde in het
bedieningspaneel drukken.
⇒ Thermostaat N3 (50 °C) met 2 zelftap
pende schroeven M3x6 inclusief sluitringen
onder de onderste radiatoraansluitingen
1.3 Veiligheidsaanwijzingen
• Er mogen geen wijzigingen aan het toestel
worden aangebracht.
• Wanneer een onderdeel is beschadigd,
gevallen of indien er sprake is van een sto
ring, mag het toestel niet in bedrijf worden
genomen.
Het belangrijkste in het kort
Naverwarming
S1
AAN/UIT
Keuze knop
oplading
op de tussenwand bevestigen (in de aan
wezige gaten).
Hiertoe het in de schakelruimte aange
brachte „hoekstuk voor opname van de
netaansluitklemmen" (23) na het losdraai
en (niet uitdraaien) van de in de achter
wand zittende schroef uithangen.
De onderkant van de thermostaat
moet vlak aanliggen!
⇒ Luchtgleidings kit (16) losschroeven, uit
trekken en luchtklep(pen) afnemen (tegen
beschadiging beschermen).
⇒ Naverwarmingsradiator (E8) monteren.
De borgklemmen (25, twee stuks voor het
verwarmingselement) in de langgaten aan
de rechterzijde van de luchtgeleidingskit
(16) vastklikken.
De resterende klem(men) in de onderzijde
van de luchtgeleidingskit vastklikken.
⇒ Thermostaat N2 (113 °C, met lila punt)
aan de achterzijde van de luchtgleidings kit
met 2 zelftappende schroeven M3x6 inclu
sief sluitringen bevestigen.
⇒ Pendelplaat (24) op het verwarmingsele
ment schuiven.
17