met boenwas, benzine e.d.
Voor een gelijkblijvende temperatuur in twee ver-
schillende ruimtes is het normaal dat de
bedieningsknoppen niet identiek zijn ingesteld.
Hetzelfde geldt voor twee verwarmingselementen
die in dezelfde ruimte zijn geinstalleerd.
Om bij geopende ramen (ventileren) een te
hoog stroomverbruik te vermijden, adviseren wij
het toestel met de schakelaar uit te schakelen.
1.4 Onderhoud
Voor de reiniging van de buitenzijde mogen geen
schurende of bijtende reinigingsmiddelen worden
2. Montageaanwijzing
De montage en de aansluiting van deze Stiebel
Eltron convectoren moeten door een installateur
worden uitgevoerd, waarbij deze montage-
voorschriften moeten worden opgevolgd.
De montagevoorschriften horen bij het toestel
en moeten door de eigenaar zorgvuldig worden
bewaard. Wanneer het apparaat van eigenaar
wisselt, moeten deze aan de nieuwe eigenaar
worden overhandigd.
Stiebel Eltron convectoren zijn elektrische direct-
verwarmers die aan de wand worden bevestigd
en vooral voor de verwarming van kleinere
ruimtes geschikt zijn, zoals werkruimtes, keukens,
badkamers, wasruimtes e.d.
Bij de ingebruikname van het toestel, kan
er een vreemde reuk ontstaan, die echter
na korte tijd verdwijnt. Even extra ventileren
lost dit tijdelijke ongemak eenvoudig op.
De convector wordt compleet met aansluitkabel
en stekker geleverd.
Type
Aansluitvermogen
W
Breedte
mm
Hoogte
mm
Diepte
mm
inclusief wandbevestiging
Maat A
voor de installateur
CNS
CNS
CNS
50
75
100
500
750
1000
370
370
440
450
450
450
80
80
80
100
100
100
121
121
195
gebruikt.
Reinigt u de bovenste en onderste luchtroosters
van het apparaat regelmatig met een stofzuiger
om deze stofvrij te houden.
Het verwarmingstoestel mag niet direct onder
een wandcontactdoos worden bevestigd!
2.1 Montage van de wandhouder
De wandhouder is middelpunt-geörienteerd (zie
afbeelden en onderstaande tabel).
De wandhouder kan als sjabloon voor de
bevestiging dienen en daarbij zorgen voor de
noodzakelijke afstand tot de vloer.
Zet het dragend frame op de vloer en markeer
de onderste boorgaten (1), die overeenkomen
met de gaten A en D ( Ι ).
CNS
CNS
CNS
125
150
1250
1500
1750
520
590
450
450
80
80
100
100
269
343
CNS
CNS
175
200
250
2000
2500
665
740
890
450
450
450
80
80
80
100
100
100
417
491
639
9