NL
Veiligheidsvoorschriften
Deze veiligheidsvoorschriften bevatten belangrijke informatie over de installatie, het gebruik en het onderhoud van de STRIKE P38.
•
WAARSCHUWING:
•
De behuizing van dit product kan heet zijn als het in werking is. Monteer dit product op een plaats met
voldoende ventilatie, op ten minste 50 cm van aangrenzende oppervlakken.
•
Wanneer het product tijdens de verplaatsing extreme temperatuurverschillen ondergaat, bijvoorbeeld van
een koude truck naar een warme, vochtige feestzaal, kan condensatie ontstaan op de interne elektronica
van het product. Laat het product, om storing te voorkomen, volledig acclimatiseren in de omgeving
alvorens het op het stroomnet aan te sluiten.
•
Van flitslicht is bekend dat het epileptische aanvallen kan uitlokken. De gebruiker moet altijd aan de lokale
wetgeving voldoen met betrekking tot de bekendmaking van het gebruik van een stroboscoop.
•
ALTIJD:
•
De stekker uit het stopcontact halen alvorens het product schoon te maken.
•
Een stroom- en gegevenskabel gebruiken die geschikt is voor IP65 (of hoger) bij het gebruik van een
product van klasse IP65 in een outdoor-omgeving.
•
Beschermdoppen met IP-classificatie terugplaatsen en vastzetten op alle stroom-, gegevens-, USB- of
andere poorten, wanneer deze niet worden gebruikt.
•
Een veiligheidskabel gebruiken wanneer het product hoog wordt gemonteerd.
•
Dit product aansluiten op een geaard en beveiligd circuit.
•
NOOIT:
•
Dit product openen. Het bevat geen onderdelen die een gebruiker kan repareren.
•
In de lichtbron kijken wanneer het product is ingeschakeld.
•
Brandbaar materiaal achterlaten binnen 50 cm tot dit product wanneer het in werking is of is aangesloten
op het stroomnet.
•
Dit product aansluiten op een dimmer of regelweerstand.
•
Dit product gebruiken als de behuizing, lenzen of kabels beschadigd lijken.
•
Dit product onderdompelen in vloeistof (houd de normen voor de verklaarde IP-klasse aan). Regelmatig
gebruik buiten is geen probleem.
•
Het product permanent buiten installeren op een plek met extreme omgevingsfactoren. Dit omvat, maar
is niet beperkt tot:
•
Blootstelling aan mariene/zilte omgevingen (binnen 5 km van zoutwatergebied).
•
Locaties waar de normale temperaturen hoger zijn dan de temperatuurbereiken aangegeven in deze handleiding.
•
Plaatsen die kwetsbaar zijn voor overstromingen of een zwaar sneeuwdek.
•
Andere gebieden waar het product onderhevig is aan extreme straling of bijtende stoffen.
•
UITSLUITEND de ophang-/bevestigingsbeugel gebruiken om dit product te dragen.
•
De maximum omgevingstemperatuur is 45 °C. Gebruik dit product niet bij hogere temperaturen.
•
De minimum opstarttemperatuur -20 °C. Start dit product niet bij lagere temperaturen.
•
De minimum omgevingstemperatuur is -30 °C. Gebruik dit product niet bij lagere temperaturen.
•
Om onnodige slijtage te voorkomen en de levensduur te verlengen, verdient het aanbeveling om het product
tijdens perioden dat dit niet in gebruik is, volledig van de stroom af te sluiten via een stroomonderbreker of
door de stekker uit het stopcontact te halen.
•
Stop het gebruik onmiddellijk bij een ernstig probleem in de werking.
FCC Verklaring van Overeenstemming
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 Deel B van de FCC-voorschriften. Het gebruik ervan is onderworpen aan de volgende
twee voorwaarden:
1. Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en
2. Dit apparaat moet ontvangen interferentie accepteren, met inbegrip van interferentie die ongewenste werking
kan veroorzaken.
Deze apparatuur is getest en conform de limieten bevonden voor een digitaal apparaat van klasse B, overeenkomstig Deel 15 van de FCC-
voorschriften. Deze limieten zijn vastgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in installaties
in een woonomgeving. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze uitstralen en kan, als ze niet
geïnstalleerd en gebruikt wordt in overeenstemming met de instructies, schadelijke interferentie veroorzaken voor radiocommunicatie.
Echter, er is geen garantie dat de interferentie niet zal optreden in een bepaalde installatie. Als deze apparatuur schadelijke interferentie
veroorzaakt in de ontvangst van radio of tv, wat kan worden vastgesteld door de apparatuur uit en in te schakelen, wordt
de gebruiker uitgenodigd om de interferentie te corrigeren door een of meer van de volgende maatregelen:
•
De ontvangstantenne anders richten of verplaatsen.
•
De afstand tussen apparatuur en de ontvanger vergroten.
•
De apparatuur aansluiten op een stopcontact in een ander circuit dan waarop de ontvanger is aangesloten.
•
Raadpleeg de dealer of een ervaren radio-/tv-technicus voor hulp.
Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die verantwoordelijk is voor naleving
van de voorwaarden, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om het apparaat te bedienen ongeldig maken.
9
BEKNOPTE HANDLEIDING
STRIKE P38 Beknopte handleiding Rev. 1