NL
Houd het handvat en de oppervlakken bestemd om te worden gegrepen altijd droog, proper en vrij van olie en vet. Gladde hand-
vaten en oppervlakken laten geen veilig gebruik toe en houden het elektrotoestel / machine niet onder controle in gevaarlijke situaties.
Herstellingen
Laat het elektrotoestel / machine herstellen enkel bij de bevoegde technische diensten die originele reserveonderdelen
gebruiken. Dit zal de gepaste veiligheid van het elektrotoestel garanderen.
BEDIENING VAN HET PRODUCT
Voorbereiding op het werk
Het product moet worden uitgepakt en alle verpakkingselementen volledig worden verwijderd. Het wordt aanbevolen om de
verpakking te bewaren, deze kan nuttig zijn bij het latere transport en de opslag van het apparaat. Controleer het apparaat
op schade. Als er schade wordt vastgesteld, mag het product niet worden gebruikt vooraleer de schade is verwijderd of de
beschadigde onderdelen zijn vervangen door nieuwe onbeschadigde.
Trek de draadbus terug en controleer de toestand van de pakking rond de fi tting. Als er schade aan de pakking wordt geconstateerd,
moet deze door een nieuwe worden vervangen voordat met de werkzaamheden wordt begonnen.
Montage van de trilnaald op de aandrijfeenheid (II)
Let op! Alle handelingen beschreven in dit punt moeten plaatsvinden met losgekoppelde voeding van het product. Zorg ervoor dat
de schakelaar in de uit-positie staat en dat de accu is losgekoppeld van het apparaat.
Schuif het uiteinde van de fl exibele slang van de trilnaald op het uitstekende deel van de aandrijfas van de aandrijfeenheid.
Schroef de draadbus op de schroefdraad van de aandrijving. Controleer of de trilnaald tijdens het gebruik niet losraakt.
Aansluiting op de voeding (III)
Schuif de accu in het stopcontact totdat de accuvergrendeling vastklikt. Controleer of de accu niet losraakt tijdens het gebruik.
Maak de accu los door op de vergrendeling te drukken en vervolgens de accu uit de behuizing van de aandrijfeenheid te schuiven.
Alleen de volgende 18 V Li-Ion YATO-accu's kunnen worden gebruikt om het apparaat van stroom te voorzien: YT-82842, YT-
82843, YT-82844 en YT-82845, die alleen kunnen worden opgeladen met YATO opladers YT-82848 of YT-82849. Het is verboden
andere accu's te gebruiken met een ander voltage en die niet compatibel zijn met de batterijaansluiting van het gereedschap. Het
is verboden om het stopcontact en/of de accu te vervangen om ze in elkaar te passen.
In- en uitschakelen van de voedingseenheid (IV)
De aandrijving moet tijdens het gebruik met beide handen worden vastgehouden. Deze wordt ingeschakeld door de schakelaar
ingedrukt te houden. Als u de druk op de schakelaar loslaat, stopt de aandrijving.
De schakelaar is voorzien van een vergrendeling waarmee de schakelaar in de aan-stand kan worden vergrendeld. Om de
vergrendeling te activeren, houdt u de schakelaar ingedrukt en drukt u vervolgens op de vergrendelingsknop terwijl u de druk op
de schakelaar loslaat.
Het slot wordt ontgrendeld door op de schakelaar te drukken.
Aanbevelingen voor het hanteren en bedienen van de betontrilnaald
Draag de aandrijfeenheid altijd met de trilnaald bevestigd door de aandrijfeenheid en de trilnaald vast te houden. Het verplaatsen
van het product met een geladen elastische rol van de trilnaald kan de bevestiging beschadigen.
Beton moet in lagen in de mal of de bekisting worden gestort. De dikte van de laag mag niet meer dan 50 cm bedragen.
Aanbevolen wordt een dikte tussen 30 en 50 cm.
Het product is bestemd voor betonmortel met een dikte van ten minste 10 cm.
Steek de trilnaald altijd verticaal in de mortel en houd deze tijdens het werk in deze positie. Beweeg de trilnaald tijdens het werk
verticaal. Een in beton gedompelde trilnaald mag niet worden verplaatst naar een nieuwe locatie. Ze moet uit het beton worden
verwijderd en op een nieuwe plaats worden aangebracht.
Oefen geen overmatige kracht uit wanneer u de trilnaald in het beton dompelt. De trilnaald mag tegen de wapening rusten.
Beweeg in dat geval de trilnaald naar boven en probeer opnieuw onder te dompelen.
Vermijd te dicht bij wanden of bekistingen te dompelen. De trilnaald mag tijdens het gebruik niet in contact komen met obstakels.
Houd minstens 7 cm afstand van obstakels.
Het werk moet beginnen met de onderste lagen beton en geleidelijk overgaan naar hogere lagen.
De trilnaald moet op regelmatige afstanden over het betonoppervlak worden gedompeld. De afstand moet 8 tot 10 maal de
diameter van de trilnaald bedragen, d.w.z. 20 tot 25 cm voor de meegeleverde trilnaald.
De beweging van de trilnaald in het beton mag niet te snel zijn. Alleen dan kan het beton de door de trilnaald achtergelaten plek
goed afdichten. De trilnaald moet worden bewogen met een snelheid van ongeveer 8 cm/sec. Alleen bij het uittrekken van de
trilnaald uit het beton moet het trekken zelf snel gebeuren om het betonoppervlak niet te beroeren.
Houd in de gaten hoelang de trilnaald in het beton is ondergedompeld. Een te korte onderdompeling leidt niet tot het vrijkomen
van alle luchtbellen, een te lange onderdompeling kan leiden tot het loskomen van de betoningrediënten. De dompeltijd van de
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
65