10.1 Wat moet je doen als ...
Probleem
Je kunt de kookplaat niet inscha‐
kelen of bedienen.
Je kunt een constant piepgeluid
horen.
Je kunt de maximale warmte‐
stand niet instellen voor één van
de kookzones.
Er klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Als de kookplaat wordt uitge‐
schakeld, klinkt er een geluids‐
signaal.
De kookplaat wordt uitgescha‐
keld.
De restwarmte-indicator gaat niet
aan.
Hob²Hood werkt niet.
Het bedieningspaneel wordt heet
bij aanraking.
Er klinkt geen geluidsignaal wan‐
neer je de tiptoetsen van het be‐
dieningspaneel aanraakt.
Mogelijke oorzaak
De kookplaat is niet aangesloten op
een stopcontact of niet goed geïn‐
stalleerd.
De zekering is doorgeslagen.
Je stelde gedurende 60 seconden
geen kookstand in.
Je hebt 2 of meer sensorvelden te‐
gelijkertijd aangeraakt.
Pauze is in werking.
Water of vetvlekken op het bedie‐
ningspaneel.
De elektrische aansluiting is ver‐
keerd.
De andere zones verbruiken het
maximaal beschikbare vermogen.
Je kookplaat werkt correct.
Je hebt iets op een of meer sensor‐
velden geplaatst.
Je hebt iets op het sensorveld
geplaatst.
De zone is niet heet omdat deze
slechts kortstondig is gebruikt, of de
sensor is beschadigd.
Je hebt het bedieningspaneel afge‐
dekt.
Je maakt gebruik van een hele hoge
pan die het signaal blokkeert.
Het kookgerei is te groot of je plaatst
het te dicht bij het bedieningspaneel.
De signalen zijn uit.
Oplossing
Controleer of de kookplaat goed aan‐
gesloten is op het lichtnet.
Verzeker je ervan dat de zekering de
oorzaak van de storing is. Als de zeke‐
ringen keer op keer doorslaan, neem
je contact op met een erkende installa‐
teur.
Schakel de kookplaat opnieuw in en
stel de kookstand binnen 60 seconden
in.
Raak slechts één sensorveld aan.
Zie "Pause".
Reinig het bedieningspaneel.
Trek de stekker van de kookplaat uit
het stopcontact. Laat de installatie
controleren door een erkende elektri‐
cien.
Verlaag de warmtestand van de ande‐
re kookzones die op dezelfde fase zijn
aangesloten. Zie 'Stroommanage‐
ment'.
Verwijder het voorwerp van de sensor‐
velden.
Verwijder het voorwerp van het sen‐
sorveld.
Als de zone voldoende lang gebruikt is
om heet te zijn, neem je contact op
met een erkende servicedienst.
Verwijder het voorwerp van het bedie‐
ningspaneel.
Gebruik een kleinere pan, verander
van kookzone of bedien de afzuigkap
handmatig.
Plaats grotere pannen indien mogelijk
op de achterste kookzones.
Schakel de geluiden in. Raadpleeg
'Dagelijks gebruik'.
NEDERLANDS
45