NEDERLANDS
Stap 6. Vacuum pomp. Afb.21
6.1 Gebruik een sleutel om de beschermkappen van de servicepoort, het lagedrukventiel en
het hogedrukventiel van de buitenunit te verwijderen.
6.2 Sluit de drukslang van de meter aan op de servicepoort van het lagedrukventiel van de
buitenunit.
6.3 Sluit de vulslang van de manometer op de vacuümpomp aan.
6.4 Open de lagedrukklep op de manometer en sluit de hogedrukklep.
6.5 Zet de vacuümpomp aan om het systeem leeg te maken.
6.6 De vacuümtijd mag niet korter zijn dan 15 minuten, of zorg ervoor dat de samengestelde
manometer –0,1 MPa (-76 cmHg) aangeeft.
6.7 Sluit de lagedrukklep op de manometer van het verdeelstuk en schakel het vacuüm uit.
6.8 Houd de druk 5 minuten vast, zorg ervoor dat de rebound van de manometer-
verbindingsindicator niet hoger is dan 0,005 MPa.
6.9 Open de lagedrukklep ¼ slag tegen de klok in met een inbussleutel om wat koelmiddel
het systeem te laten vullen, en sluit de lagedrukklep na 5 seconden en verwijder snel de
drukslang.
6.10 Controleer alle binnen- en buitenverbindingen op lekkage met zeepsop of een lekzoeker.
6.11 Open het lagedrukventiel en het hogedrukventiel van de buitenunit volledig met een
inbussleutel.
6.12 Plaats de beschermkappen van de servicepoort, het lagedrukventiel en het
hogedrukventiel van de buitenunit terug.
6.13 Plaats het kleppendeksel terug.
Legenda van figuur 21:
1. samengestelde indicator
2. lagedruk ventiel
3. servicepoort
4. hogedruk ventiel
5. Ventiel beschermkappen
6. druk slang
7. veelvoudige manometer
8. Druk meter
9. hogedruk ventiel
10. lagedruk ventiel
11. opladen slang
12. Vacuum pomp
INSPECTIES VOOR HET PROEVEN
Voer de volgende inspecties uit voordat u gaat proefdraaien.
324
AIRCLIMA 9000 SMARTFRESH/ AIRCLIMA 12000 SMARTFRESH/ AIRCLIMA 18000 SMARTFRES/
AIRCLIMA 24000 SMARTFRESH/ AIRCLIMA 12000 SMARTFRESH CONNECTED