3. Als er zich belletjes vormen op één van de verbindingen, is er een lek.
4. Schakel de gastoevoer uit en draai de verbinding opnieuw vast.
5. Herhaal de test.
6. Als er opnieuw bellen ontstaan, stop dan met proberen; neem contact op met je
plaatselijke verkoper voor assistentie.
LET OP!
◊ Gebruik NOOIT een open vlam om op lekkage te controleren.
◊ Voer jaarlijks een gaslektest uit en telkens wanneer de gaasfles wordt verwijderd
of vervangen.
◊ Zorg er altijd voor dat de gasfles correct is aangesloten om brand- en
explosiegevaar te voorkomen.
◊ Plaats de gasfles niet in de opbergruimte onder de grill. Plaats de gasfles zo ver
als mogelijk van de branders als deze aan staan.
3.5 Voor gebruik
• Controleer voordat je verder gaat of je het product correct volgens de instructies
hebt gemonteerd.
• Gebruik het product op minstens 1 meter afstand van een muur of oppervlak.
• Gebruik het product nooit in een gebouw, garage, schuur, tochtportaal of andere
afgesloten ruimte.
• Belemmer nooit de ventilatie rond de behuizing van het product.
• Inspecteer de gastoevoerslang voordat je het gas aanzet.
• Als er tekenen van insnijding, slijtage of schuren zijn, moet de slang voor gebruik
worden vervangen.
• Controleer op lekkage voor gebruik.
• Gebruik het product niet als er een gaslucht aanwezig is.
3.6 Gebruiken
Om te voorkomen dat voedsel aan het rooster blijft kleven, moet je voor elke
bereiding een dun laagje bak- of plantaardige olie aanbrengen met een kwast met
een lange steel.
1. Open de deksel.
2. Zorg ervoor dat alle branderknoppen op de uit-stand staan.
3. Sluit de gasfles aan op de gasslang. Draai deze goed aan zodat er geen gas kan
ontsnappen.
4. Draai de gasfles open.
5. Draai de gewenste branderknop(pen) tegen de klok in open en druk herhaaldelijk
op de ontsteekknop totdat de brandervlam aan is.
• NB: Als de brandervlam niet binnen 5 seconden aangaat moet je de
20