Configuratie van de kabelgebonden kamerthermostaat
DIP-
Betekenis van de DIP-schakelaars
schakelaar
Ventilator UIT-temperatuur bij verwarmen (Antikoudelucht-functie)
SW1
• [00]: 24 °
• [01]: 15 °C
• [10]: 8 °C
• [11]: Reserved
Gedrag van de ventilator als de gewenste kamertemperatuur is bereikt
SW2
• [0]: Ventilator uit
• [1]: Ventilator aan (Antikoudelucht-functie wordt
gedeactiveerd)
Automatische nieuwe start
SW3
• [0]: Automatische nieuwe start aan
• [1]: Automatische nieuwe start uit
Master- en slave-eenheid instellen
SW5
• [00]: alleen mastereenheid, geen slave-eenheid
• [01]: mastereenheid (verwarmen)
• [10]: mastereenheid (koelen)
• [11]: Slave-eenheid
Temperatuurcompensatie (verwarmen)
SW6
• [00]: 6 °C
• [01]: 2°C
• [10]: 4°C
• [11]: Reserved
1) Voorinstelling vet weergegeven
Tabel 169 Betekenis van de DIP-schakelaars
5
Configuratie van de kabelgebonden kamerther-
mostaat
Configuratiemenu oproepen en instellingen invoeren:
▶ Airconditioning uitschakelen.
▶ Toets COPY ingedrukt houden, tot een parameter in het display ver-
schijnt.
Wanneer meerdere binnenunits worden herkend, verschijnt eerst het
adres (bijv. 00).
▶ Met toets / of . een binnenunit kiezen (00... 16) en met toets
bevestigen.
▶ Een parameter met de toets / of . kiezen en met toets bevesti-
gen.
▶ Parameter met toets / of . instellen en met toets bevestigen of
met toets d de instelling afbreken.
Configuratiemenu verlaten:
▶ Druk de toets d in of wacht 15 seconden.
Instellingen in het configuratiemenu uitvoeren:
▶ Configuratiemenu oproepen.
▶ Een parameter met de toets / of . kiezen en met toets bevesti-
gen.
De fabrieksinstellingen zijn in de volgende tabel vet gedrukt weergege-
ven.
118
1)
Parameter
Tn (n=1,2, ...)
CF
SP
AF
tF
tyPE
tHI
tLo
rEC
Adr
Init
Tabel 170
6
6.1
1
2
3
Beschrijving
Temperatuur op de binnenunit controleren.
Status van de ventilator controleren.
Statische druk voor kanaalinbouwapparaat instellen.
• SP1: laag
• SP2: gemiddeld 1
• SP3: gemiddeld 2
• SP4: hoog
Bedrijfstest gedurende drie tot zes minuten.
Offset-temperatuur voor de mij-volgen-functie.
• −5...0...5 °C
Regeling tot bepaalde bedrijfsmodi beperken:
• CH: beschikbare bedrijfsmodi niet beperken.
• CC: geen cv- en automatisch bedrijf
• HH: alleen cv- en ventilatorbedrijf
• NA: geen automatisch bedrijf
Maximale waarde van de instelbare temperatuur
• 25...30 °C
Minimale waarde van de instelbare temperatuur
• 17...24 °C
Besturing via afstandsbediening in-/uitschakelen.
• ON: aan
• OF: uit
Adres van de kabelgebonden kamerthermostaat
instellen. Bij twee kabelgebonden
kamerthermostaten in het systeem moet elke een
ander adres hebben.
• --: slechts één kabelgebonden kamerthermostaat
in het systeem
• A: primaire kabelgebonden kamerthermostaat
met adres 0.
• B: secundaire kabelgebonden kamerthermostaat
met adres 1.
ON: fabrieksinstellingen weer herstellen.
Inbedrijfstelling
Checklist voor de inbedrijfname
Buitenunit en binnenunits zijn correct gemonteerd.
Buizen zijn correct
• aangesloten,
• geïsoleerd,
• op dichtheid getest.
Elektrische aansluiting is correct uitgevoerd.
• Voedingsspanning ligt binnen het normale
bereik.
• Randaarde is correct aangebracht.
• Aansluitkabel is vast op de klemmenstrook
aangesloten.
• Optioneel extern toebehoren correct
aangesloten en DIP-schakelaars correct
ingesteld.
• WLAN-gateway (optioneel toebehoren)
verbinding is correct en volgens de
montagehandleiding van de gateway tot stand
gebracht.
Climate 5000 L • Climate 5000i U/L – 6721841493 (2023/05)